Synoniemen van het Duitse werkwoord differenzieren

Synoniemen van het Duitse werkwoord differenzieren (afleiden, differentiëren): ableiten, abweichen, auseinanderhalten, differieren, diskriminieren, distinguieren, divergieren, herausfallen, trennen, unterscheiden, unterteilen met synoniemen, antoniemen, verwante termen en beschrijvingen in de thesaurus.

C1 · werkwoord · haben · regelmatig · <ook: overgankelijk · reflexief · passief>

differenzieren

Synoniemen

a.≡ diskriminieren ≡ unterscheiden

b.≡ ableiten

z.≡ abweichen ≡ auseinanderhalten ≡ differieren ≡ distinguieren ≡ divergieren ≡ herausfallen ≡ trennen ≡ unterscheiden ≡ unterteilen

Antoniemen (tegenovergesteld)

b.≡ integrieren ≡ summieren

z.≡ pauschalisieren

Betekenissen Vertalingen Gebruiken Vervoeging

a. werkwoord · haben · regelmatig

unterscheiden, diskriminieren

Synoniemen

≡ diskriminieren ≡ unterscheiden

Samenvatting Betekenissen Vertalingen Gebruiken Vervoeging

b. werkwoord · haben · regelmatig

[Wissenschaft] die Ableitung einer Funktion bilden; ableiten

Synoniemen

Antoniemen (tegenovergesteld)

≡ integrieren ≡ summieren

Samenvatting Betekenissen Vertalingen Gebruiken Vervoeging

z. werkwoord · haben · regelmatig · <ook: overgankelijk · reflexief · passief>

[Fachsprache, Wissenschaft] divergieren, auseinanderhalten, abweichen, unterscheiden, differieren, nicht verwechseln

Synoniemen

≡ abweichen ≡ auseinanderhalten ≡ differieren ≡ distinguieren ≡ divergieren ≡ herausfallen ≡ trennen ≡ unterscheiden ≡ unterteilen

Antoniemen (tegenovergesteld)

≡ pauschalisieren

Samenvatting Betekenissen Vertalingen Gebruiken Vervoeging

Vertalingen

differentiate, distinguish, diversify

дифференцировать, различать, разграничивать, разграничить, различить

diferenciar

différencier, différentier, dériver, différer, faire le départ, modifier, nuancer, se différencier

birbirinden ayırmak, ayırmak, farklılaştırmak

diferenciar

differenziare

diferentia

különbséget tenni

różniczkować, różnicować się

διαφοροποιώ, διαχωρίζω, παράγωγος

afleiden, differentiëren, discrimineren, nuanceren, onderscheid maken, onderscheiden, uiteenlopen, afgeleiden

diferencovat, odvození

differentiera, derivera, skilja på

differentiere, nuancere

微分する

diferenciar

differoida, erotella

differensiere

desberdindu, diferentziatu, funtzioaren deribazioa

diferencirati

разликување

diferencirati

diferencovať

diferencirati

diferencirati, razlikovati

диференціювати, розмежовувати

диференциране

адрозніваць

הבדלה

ميز، تمييز

تفکیک

تفریق کرنا

Toepassingen

(sich+A, acc., zwischen+D, zu+D, nach+D, von+D, unter+D, in+A)

jemand differenziert etwas in etwas
jemand differenziert etwas nach etwas
jemand differenziert in etwas
jemand differenziert nach etwas
jemand differenziert zwischen/unter etwas

...

jemand/etwas differenziert sich irgendwie
jemand/etwas differenziert sich von jemandem/etwas irgendwie

passief mogelijk

Voorzetsels Toepassingen

Vervoeging

differenziert · differenzierte · hat differenziert

Tegenwoordige tijd

differenzier(e)⁵

differenzierst

differenziert

Verleden tijd

differenzierte

differenziertest

differenzierte

Opmerkingen