Gebruik van het Engelse werkwoord zerdrücken
Gebruik van het Duitse werkwoord zerdrücken (verpletteren, fijnknijpen): met voorzetsels, indirect object, direct object, passieve informatie, gebruik en omgeving in het valentie-woordenboek.
A1 ·
werkwoord · haben · regelmatig · overgankelijk · onafscheidelijk · <ook: passief>
Samenvatting
zerdrücken
Objecten
(acc.)
-
jemand/etwas zerdrückt
-
jemand/etwas zerdrückt
etwas -
jemand/etwas zerdrückt
jemanden/etwas
Passief
passief mogelijk
Samenvatting
durch Druck zerstören
Actief
jemand/etwas zerdrückt
Passief
passief niet mogelijk
aus der Form bringen, Falten verursachen
Actief
jemand/etwas zerdrückt
Passief
passief niet mogelijk
zerquetschen, zermatschen, entfleischen, zermalmen, einstampfen
(acc.)
Actief
jemand/etwas zerdrückt
jemand/etwas zerdrückt
etwas jemand/etwas zerdrückt
jemanden/etwas
Processueel passief
- (von
jemandem/etwas ) wirdzerdrückt
etwas wird (vonjemandem/etwas )zerdrückt
jemand/etwas wird (vonjemandem/etwas )zerdrückt
Statieve passief
- (von
jemandem/etwas ) istzerdrückt
etwas ist (vonjemandem/etwas )zerdrückt
jemand/etwas ist (vonjemandem/etwas )zerdrückt
Vertalingen
crush, squash, crumple, bust, crush down, flatten, mash, squeeze, ...
раздавить, мять, давить, измять, комкать, передавить, передавливать, переезжать, ...
aplastar, machacar, apachurrar, arrugar, chafar, magullar, requebrar, deformar
écraser, broyer, chiffonner, froisser, compresser, déformer
ezmek, büzmek, çökmek, eğmek
esmagar, amachucar, amarotar, esborrachar, fazer em puré, amassar
schiacciare, sgualcire, spiaccicare, stazzonare, deformare, schiacciamento
zdrobi, mototoli, deforma, mânji, strica, strivi
szétnyom, összenyom, gyűr, szétzúz
rozgnieść, zgnieść, zgniecenie, zmiażdżyć
συνθλίβω, πατώ, πολτοποιώ, στρίβω, συμπιέζω, συντρίβω
verpletteren, fijnknijpen, kreuken, platdrukken, pletten, verdrukken, vervormen
rozmačkat, pokřivit, zmačkat, zničit
krossa, krossa genom tryck, trycka
knuse, krølle, mase, trykke itu, klemme, masse
押しつぶす, 潰す
arrugar, esclafar, esmicolar, xafar
murskata, musertaa, survoa, painaa, puristaa
knuse, klemme, knytte
irauli, konprimitu, luzatu, moldatu
sabrati, saviti, zgaziti, zguzvati
згмечити, изгужвам, смачкати, смачкувам
stisniti, zdrobiti, zgubiti
pokrčiť, rozdrviť, rozmačkať, zmačkať
naborati, sabrati, sagnuti, zgaziti
naborati, sabrati, sagnuti, zgaziti
розчавити, дробити, знищити, зім'яти, пом'яти
смачквам, изкривявам, разчупвам
згортваць, змяць, раздушыць, раздушэнне
למעוך، לשבור، מעוך
سحق، ضغط، هرس
له کردن، فشردن، چروک کردن
مروڑنا، پچکانا، چپٹا کرنا، چپٹنا
Vertalingen
Synoniemen
Vervoeging
zerdrückt·
zerdrückte· hat
zerdrückt
Tegenwoordige tijd
zerdrück(e)⁵ |
zerdrückst |
zerdrückt |
Verleden tijd
zerdrückte |
zerdrücktest |
zerdrückte |
Vervoeging