Gebruik van het Engelse werkwoord aussortieren

Gebruik van het Duitse werkwoord aussortieren (uitsorteren, uitzoeken): met voorzetsels, indirect object, direct object, passieve informatie, gebruik en omgeving in het valentie-woordenboek.

C1 · werkwoord · haben · regelmatig · overgankelijk · scheidbaar · <ook: passief>

aus·sortieren

Objecten

acc.

  • jemand/etwas sortiert aus
  • jemand/etwas sortiert etwas aus
  • jemand/etwas sortiert jemanden/etwas aus

Passief

passief mogelijk


Samenvatting
a. werkwoord · haben · regelmatig · overgankelijk · scheidbaar · <ook: passief>

aus einer Menge entfernen, was unbrauchbar, ungeeignet oder untauglich ist; aussondern; ausmisten, entfernen, klauben, ausmustern

acc.

Actief

  • jemand/etwas sortiert aus
  • jemand/etwas sortiert etwas aus
  • jemand/etwas sortiert jemanden/etwas aus

Processueel passief

  • etwas wird (von jemandem/etwas) aussortiert
  • jemand/etwas wird (von jemandem/etwas) aussortiert

Statieve passief

  • etwas ist (von jemandem/etwas) aussortiert
  • jemand/etwas ist (von jemandem/etwas) aussortiert
b. werkwoord · haben · regelmatig · overgankelijk · scheidbaar · <ook: passief>

aus einer größeren Menge heraussuchen und gesondert beiseite tun; auslesen, fortschmeißen, auswählen, fortwerfen, herausklauben

acc.

Actief

  • jemand/etwas sortiert aus
  • jemand/etwas sortiert etwas aus

Processueel passief

  • etwas wird (von jemandem/etwas) aussortiert

Statieve passief

  • etwas ist (von jemandem/etwas) aussortiert
c. werkwoord · haben · regelmatig · overgankelijk · scheidbaar · <ook: passief>

einen ungeklärten Sachverhalt diskutierend lösen

acc.

Actief

  • jemand/etwas sortiert aus
  • jemand/etwas sortiert etwas aus

Processueel passief

  • etwas wird (von jemandem/etwas) aussortiert

Statieve passief

  • etwas ist (von jemandem/etwas) aussortiert
d. werkwoord · haben · regelmatig · overgankelijk · scheidbaar · <ook: passief>

in einer leicht zurechtweisenden Art und Weise etwas mit jemandem besprechen

acc.

Actief

  • jemand/etwas sortiert aus
  • jemand/etwas sortiert etwas aus

Processueel passief

  • etwas wird (von jemandem/etwas) aussortiert

Statieve passief

  • etwas ist (von jemandem/etwas) aussortiert
z. werkwoord · haben · regelmatig · overgankelijk · scheidbaar · <ook: passief>

acc.

Actief

  • jemand/etwas sortiert aus
  • jemand/etwas sortiert etwas aus
  • jemand/etwas sortiert jemanden/etwas aus

Processueel passief

  • (von jemandem/etwas) wird aussortiert
  • etwas wird (von jemandem/etwas) aussortiert
  • jemand/etwas wird (von jemandem/etwas) aussortiert

Statieve passief

  • (von jemandem/etwas) ist aussortiert
  • etwas ist (von jemandem/etwas) aussortiert
  • jemand/etwas ist (von jemandem/etwas) aussortiert

Vertalingen

Engels sort out, separate out, reject, sort, cull, eliminate, winnow, filter out, ...
Russisch отсортировать, отобрать, сортировать, отбирать по сортам, отобрать по сортам, отсортировывать, рассортировать, рассортировывать, ...
Spaans seleccionar, separar, desechar, clasificar, filtrar, descartar, examinar, revisar
Frans trier, retirer, mettre à part, sélectionner, discuter, réprimander
Turks ayıklamak, ayıklayıp atmak, seçmek, ayırmak, ayrıştırmak, elemek, sıralamak
Portugees selecionar, escolher, refugar, filtrar, classificar, separar, conversar, debater, ...
Italiaans selezionare, scartare, scegliere, cernere, eliminare, mettere da parte, filtrare, discutere
Roemeens selecta, filtra, alege, clarifica, discutare, excluziona, separa
Hongaars kiválogat, elrendez, kiválaszt, lerendez, megold, szétválaszt, kiválogatni
Pools selekcjonować, wybierać, wyselekcjonować, wysortować, wysortowywać, odrzucać, sortować, omawiać, ...
Grieks ξεχωρίζω, ξεδιαλέγω, ξεσκαρτάρω, διαχωρίζω, ξεκαθάρισμα, διαλογή
Nederlands uitsorteren, uitzoeken, selecteren, bespreken, doornemen, filteren, sorteren
Tsjechisch třídit, vyřadit, přebírat, vybírat, vytřídit, odstranit, probrat, vysvětlit
Zweeds sortera ut, sovra, sortera bort, utsortera, aussortera, diskutera, plocka ut, prata
Deens sortere, sortere fra, udskille, diskutere, drøfte, udsortere
Japans 仕分ける, 選別する
Catalaans classificar, seleccionar, descartar, discutir, filtrar, parlar
Fins valikoida, erottaa, lajitella, keskustella, valita
Noors sortere ut, sortere fra, skille ut, diskutere, fjerne, plukke ut, snakke om
Baskisch aukeratu, banandu, aztertu, selekzionatu, aukera, baztertu, berrikusi, kanporatu, ...
Servisch odabrati, izdvojiti, odvajati, raspraviti, razdvojiti, razgovarati, razvrstavati, selekcija
Macedonisch одбирање, отстранување, разговарање, разделување, селектирање, упатување
Sloveens ločiti, izločiti, odstraniti, razločiti, razvrstiti
Slowaaks vytriediť, oddeliť, odstrániť, pretriediť, separovať
Bosnisch odabrati, izdvojiti, razdvojiti, odvojiti, raspraviti, razgovarati
Kroatisch odabrati, razvrstati, izdvojiti, odvojiti, raspraviti, razgovarati
Oekraïens вибрати, відсортувати, вибирати, обговорити, поговорити, сортувати
Bulgaars отделям, изключвам, изваждам, отстранявам, разграничавам, разделям
Wit-Russisch адсартаваць, абмяркоўваць, адбіраць, аддзяляць
Hebreeuwsמיון، סינון، למיין
Arabischفرز، اختيار، تصنيف، تنقية
Perzischجدا کردن، تفکیک کردن، تفکیک
Urduچننا، الگ کرنا، منتخب کرنا

Vertalingen

Synoniemen

Vervoeging

sortiert aus · sortierte aus · hat aussortiert

Vervoeging
 

Opmerkingen



Inloggen

⁵ alleen in informeel taalgebruik

* De definities zijn deels afkomstig van Wiktionary (de.wiktionary.org) en kunnen achteraf zijn gewijzigd. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0) licentie: 73284, 73284, 73284, 73284

* De synoniemen zijn deels afkomstig van OpenThesaurus (openthesaurus.de) en kunnen achteraf zijn aangepast. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 4.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0) licentie: aussortieren