Synoniemen van het Duitse werkwoord splittern
Synoniemen van het Duitse werkwoord splittern (splinteren, verbrokkelen): aufplatzen, bersten, platzen, reißen, springen, zerbrechen, zerplatzen, zerschellen, zersplittern, zerspringen met synoniemen, antoniemen, verwante termen en beschrijvingen in de thesaurus.
C2 ·
werkwoord · regelmatig · intransitief · <ook: haben · sein · overgankelijk · passief>
Samenvatting
splittern
Synoniemen
- a.≡ bersten ≡ zerbrechen
- z.≡ aufplatzen ≡ bersten ≡ platzen ≡ reißen ≡ springen ≡ zerbrechen ≡ zerplatzen ≡ zerschellen ≡ zersplittern ≡ zerspringen
Samenvatting
in Splitter auseinanderbrechen; zerbrechen, in Scherben gehen, bersten
Synoniemen
≡ bersten ≡ zerbrechenAlgemene termen
≡ kaputtgehenzersplittern; aufplatzen, bersten, zerplatzen, zerspringen, zerschellen
Synoniemen
≡ aufplatzen ≡ bersten ≡ platzen ≡ reißen ≡ springen ≡ zerbrechen ≡ zerplatzen ≡ zerschellen ≡ zersplittern ≡ zerspringenAlgemene termen
≡ kaputtgehen ≡ auseinandergehen ≡ entzweigehen ≡ auseinanderbrechen ≡ auseinanderfallen ≡ zerbröckeln ≡ durchbrechen ≡ entzweibrechenVertalingen
splinter, shatter, shiver, sliver, split, break apart
разлетаться вдребезги, разлететься вдребезги, расщепиться, расщепляться, ломаться, разбиваться
astillarse, fragmentar, quebrar
voler en éclats, se fendiller, se fragmenter, briser, éclater
parçalamak, çatlamak
fender, estilhaçar, quebrar
scheggiare, scheggiarsi, frantumarsi, sgranarsi, frantumare
se sparge, se descompune
hasad, reped
rozpryskiwać się, rozprysnąć się, rozłamać, rozłamywać, pękać, łamać się
σπάζω, σπασίματα
splinteren, verbrokkelen
tříštit, rozpadat se
splittra, krossa
splintre, splintres
破片, 粉々になる
esclatar, trencar
haljeta, särkyä
knuse, splintre
haustea, puskatu
pucati, razbiti
раскршен, раскршување
pokvariti, razbiti
rozbiť, roztrhnúť
pucati, razbiti
pucati, razbiti
ламатися, розколюватися
разпадане, чупене
разбівацца, раздзіраць
נשבר، שבר
تكسر، تحطيم
تکه تکه شدن، شکستن
ٹوٹنا، چٹخنا
Vertalingen
Toepassingen
Vervoeging
splittert·
splitterte· ist
gesplittert
Tegenwoordige tijd
splitt(e)⁴r(e)⁵ |
splitterst |
splittert |
Verleden tijd
splitterte |
splittertest |
splitterte |
splittert·
splitterte· hat
gesplittert
Tegenwoordige tijd
splitt(e)⁴r(e)⁵ |
splitterst |
splittert |
Verleden tijd
splitterte |
splittertest |
splitterte |
Vervoeging