Gebruik van het Engelse werkwoord zusammenstückeln
Gebruik van het Duitse werkwoord zusammenstückeln (samenstellen, samenvoegen): met voorzetsels, indirect object, direct object, passieve informatie, gebruik en omgeving in het valentie-woordenboek.
werkwoord · haben · regelmatig · overgankelijk · scheidbaar · <ook: passief>
Samenvatting
zusammen·stückeln
Objecten
acc.
-
jemand/etwas stückelt
zusammen
-
jemand/etwas stückelt
etwas zusammen
Passief
passief mogelijk
Samenvatting
aus einzelnen Teilen zusammensetzen
Actief
jemand/etwas stückelt
zusammen
Passief
passief niet mogelijk
zusammenfummeln, collagieren, zusammenschustern, zusammenstücken, zusammenkloppen, kompilieren
acc.
Actief
jemand/etwas stückelt
etwas zusammen
jemand/etwas stückelt
zusammen
Statieve passief
etwas ist (vonjemandem/etwas )zusammengestückelt
Processueel passief
etwas wird (vonjemandem/etwas )zusammengestückelt
Vertalingen
assemble, piece together, piece up, put together
собирать, составлять
centonar, ensamblar, montar
assembler, montage, rabouter
parçaları birleştirmek
juntar, montar
assemblare, montare
asambla
összeállítani
składać
συναρμολόγηση
samenstellen, samenvoegen
sestavit, skládat
sammanfoga, sätta ihop
lappe sammen, samle
寄せ集める, 組み立てる
assemblar, muntar
koota osista
sammensette
zatiak elkartzea
sastaviti, sklopiti
комплектирање, собирање
sestaviti
poskladať
sastaviti
sastaviti
збирати, складати
сглобяване, съединяване
складаць з асобных частак
הרכבה
تجميع، تكوين
سرهم کردن
اجزاء کو جوڑنا
Vertalingen
Synoniemen
- z.≡ aneinanderfügen ≡ collagieren ≡ flickschustern ≡ kompilieren ≡ nebeneinanderstellen ≡ zurechtflicken ≡ zurechtfrickeln ≡ zurechtfummeln ≡ zurechtstoppeln ≡ zusammenflicken, ...
Synoniemen
Vervoeging
stückelt
zusammen·
stückelte
zusammen· hat
zusammengestückelt
Tegenwoordige tijd
stück(e)⁴l(e)⁵ | zusammen |
stückelst | zusammen |
stückelt | zusammen |
Verleden tijd
stückelte | zusammen |
stückeltest | zusammen |
stückelte | zusammen |
Vervoeging