Gebruik van het Engelse werkwoord vexieren

Gebruik van het Duitse werkwoord vexieren (plagen, kwellen): met voorzetsels, indirect object, direct object, passieve informatie, gebruik en omgeving in het valentie-woordenboek.

werkwoord · haben · regelmatig · overgankelijk · <ook: passief>

vexieren

Objecten

(acc.)

  • jemand/etwas vexiert
  • jemand/etwas vexiert jemanden
  • jemand/etwas vexiert jemanden/etwas

Passief

passief mogelijk


Samenvatting
a. werkwoord · haben · regelmatig · overgankelijk · <ook: passief>

quälen; jemanden ärgern oder belästigen; necken, triezen, piesacken, zu schaffen machen

acc.

Actief

  • jemand/etwas vexiert
  • jemand/etwas vexiert jemanden/etwas

Processueel passief

  • jemand/etwas wird (von jemandem/etwas) vexiert

Statieve passief

  • jemand/etwas ist (von jemandem/etwas) vexiert
z. werkwoord · haben · regelmatig · <ook: overgankelijk · passief>

(acc.)

Actief

  • jemand/etwas vexiert
  • jemand/etwas vexiert jemanden

Processueel passief

  • jemand wird (von jemandem/etwas) vexiert

Statieve passief

  • jemand ist (von jemandem/etwas) vexiert

Vertalingen

Engels vex, taunt, annoy, harass, torment
Russisch дразнить, раздражать, мучить
Spaans atormentar, fastidiar, molestar, torturar
Frans agacer, ennuyer, harceler, torturer
Turks kızdırmak, rahatsız etmek, üzmek
Portugees irritar, atormentar, incomodar, torturar
Italiaans tormentare, canzonare, motteggiare, prendere in giro, vessare, infastidire, disturbare
Roemeens irita, deranja, enerva
Hongaars bosszant, bántani, gyötörni, zaklat
Pools dokuczać, denerwować, dręczyć, męczyć
Grieks ενοχλώ, βασανίζω, θυμώνω
Nederlands plagen, kwellen, vervelen
Tsjechisch trápit, mučit, obtěžovat, znepokojovat
Zweeds besvära, irritera, plåga
Deens plage, drille, gener, generer, irritere
Japans 悩ます, いらいらさせる, 苦しめる
Catalaans molestar, incomodar, torturar
Fins kiusata, vaivata, ärsyttää
Noors irritere, plage
Baskisch haserretu, irritatu, jasan, torturatu
Servisch uznemiravati, mučiti, nervirati
Macedonisch вознемирува, иритира, мачење, мучење
Sloveens motiti, mučiti, nadzorovati, trpinčiti
Slowaaks naštvať, obťažovať, trápiť, znepokojovať
Bosnisch uznemiravati, mučiti, nervirati
Kroatisch mučiti, nervirati, uznemiravati, uzrujavati
Oekraïens дратувати, досаджувати, катувати, набридати
Bulgaars досаждам, дразня, мъча, раздразнявам
Wit-Russisch дзікаваць, катаванне, надакучыць, раздражаць
Hebreeuwsלהציק، להטריד، לייסר
Arabischإزعاج، إغضاب
Perzischآزار دادن، اذیت کردن، عذاب دادن
Urduپریشان کرنا، تنگ کرنا

Vertalingen

Synoniemen

a.≡ aufziehen ≡ hänseln ≡ necken ≡ piesacken ≡ plagen ≡ quälen ≡ sticheln ≡ traktieren ≡ triezen ≡ utzen, ...

Synoniemen

Vervoeging

vexiert · vexierte · hat vexiert

Vervoeging
 

Opmerkingen



Inloggen

⁵ alleen in informeel taalgebruik

* De synoniemen zijn deels afkomstig van OpenThesaurus (openthesaurus.de) en kunnen achteraf zijn aangepast. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 4.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0) licentie: vexieren