Gebruik van het Engelse werkwoord verwirren

Gebruik van het Duitse werkwoord verwirren (verwarren, door elkaar halen): met voorzetsels, indirect object, direct object, passieve informatie, gebruik en omgeving in het valentie-woordenboek.

C1 · werkwoord · haben · regelmatig · onafscheidelijk · <ook: overgankelijk · reflexief · passief>

verwirren

Objecten

(sich+A, acc.)

  • jemand/etwas verwirrt
  • jemand/etwas verwirrt etwas
  • jemand/etwas verwirrt etwas/jemanden
  • jemand/etwas verwirrt jemanden
  • jemand/etwas verwirrt jemanden/etwas
  • jemand/etwas verwirrt sich

Passief

passief mogelijk


Samenvatting
a. werkwoord · haben · regelmatig · onafscheidelijk

jemanden durcheinander bringen; konfundieren

Actief

  • jemand/etwas verwirrt

Passief

passief niet mogelijk

b. werkwoord · haben · regelmatig · onafscheidelijk

etwas durcheinander bringen; verfilzen

Actief

  • jemand/etwas verwirrt

Passief

passief niet mogelijk

z. werkwoord · haben · regelmatig · onafscheidelijk · <ook: overgankelijk · reflexief · passief>

verwirrt aussehen; unsicher machen; verstören, den Faden verlieren, beirren, verheddern

(sich+A, acc.)

Actief

  • jemand/etwas verwirrt
  • jemand/etwas verwirrt etwas
  • jemand/etwas verwirrt etwas/jemanden
  • jemand/etwas verwirrt jemanden
  • jemand/etwas verwirrt jemanden/etwas
  • jemand/etwas verwirrt sich

Statieve passief

  • (von jemandem/etwas) ist verwirrt
  • etwas ist (von jemandem/etwas) verwirrt
  • etwas/jemand ist (von jemandem/etwas) verwirrt
  • jemand ist (von jemandem/etwas) verwirrt
  • jemand/etwas ist (von jemandem/etwas) verwirrt

Processueel passief

  • (von jemandem/etwas) wird verwirrt
  • etwas wird (von jemandem/etwas) verwirrt
  • etwas/jemand wird (von jemandem/etwas) verwirrt
  • jemand wird (von jemandem/etwas) verwirrt
  • jemand/etwas wird (von jemandem/etwas) verwirrt

Vertalingen

Engels confuse, daze, addle, baffle, bamboozle, bedazzle, bedevil, befuddle, ...
Russisch путать, смешивать, запутывать, смущать, баламутить, запутать, озадачивать, озадачить, ...
Spaans confundir, desconcertar, enredar, aturdir, aturullar, desorientar, embrollar, embrollarse, ...
Frans confondre, dérouter, embrouiller, affoler, ahurir, déconcerter, dépayser, déroger, ...
Turks şaşırtmak, kafasını karıştırmak, dolaştırmak, karıştırmak
Portugees confundir, desorientar, atarantar, baralhar, causar confusão a, desvairar, emaranhar, endoidar, ...
Italiaans confondere, aggrovigliare, conturbare, disorientare, frastornare, imbrogliare, ingarbugliare, rabbuffare, ...
Roemeens confunda, deruta
Hongaars összezavar, zavar, megzavar, zavarba hoz
Pools pomieszać, zmylić, dezorientować, konsternować, plątać się, pomieszać się, poplątać się, rozczochrać się, ...
Grieks μπερδεύω, μπερδεύομαι, μπλέκομαι, σαλεύω
Nederlands verwarren, door elkaar halen, in de war brengen, verlegen maken
Tsjechisch zmást, cuchat, mást, plést, popletení, poplést, rozcuchat, zamotat hlavu, ...
Zweeds förvirra, förvirring, trassla till
Deens forvirre, bringe i uorden
Japans 混乱させる, 困惑させる
Catalaans confondre, desconcertar
Fins hämmentää, sekoittaa, hämmenntää, hämätä, seota, sotkea, sotkeutua
Noors forvirre, forvirring
Baskisch konfusatu, nahasi, nahastea
Servisch zbuniti, pomesiti
Macedonisch заплеткам, збунувам
Sloveens zmediti, zmeda
Slowaaks zmätiť, pomýliť
Bosnisch zbuniti, pomutiti
Kroatisch zbuniti
Oekraïens заплутувати, плутати, заплутати, сбити з пантелику
Bulgaars заплитам, обърквам
Wit-Russisch зблытаць, збіць з толку
Indonesisch membingungkan, mencampuradukkan, mengacaukan
Vietnamees làm bối rối, làm lộn xộn, làm rối
Oezbeeks aralashtirmoq, chalkashtirmoq, tartibsizlantirmoq
Hindi उलट-पुलट करना, गड़मड़ करना, भ्रमित करना
Chinees 弄乱, 搞乱, 混淆
Thais ทำให้ปะปน, ทำให้ยุ่งเหยิง, ทำให้สับสน
Koreaans 뒤섞다, 뒤죽박죽 만들다, 혼란시키다
Azerbeidzjaans darmadağın etmək, qarışdırmaq, çaşdırmaq
Georgisch აბნევა, არევა, ჩახლართვა
Bengaals এলোমেলো করা, গুলিয়ে ফেলা, বিভ্রান্ত করা
Albanees ngatërrim, ngatërroj, përziej
Marathi गोंधळ घालणे, अव्यवस्थित करणे
Nepalees अव्यवस्थित पार्नु, गडबड गर्नु, भ्रमित गर्नु
Telugu అల్లకల్లోలం చేయు, కలగొట్టడం, గజిబిజి చేయు
Lets apjukdināt, sajaukt, saputrot
Tamil அலங்கோலப்படுத்து, குலைக்க, குழப்பப்படுத்து
Ests sassi ajama, segadusse ajama, segamini ajama
Armeens խառնել, թափթփել
Koerdisch tevlihev kirin, şewitandin
Hebreeuwsלבלבל
Arabischأربك، إرباك، تشويش، حير، حيَّر، خربط، شبك، لخبط
Perzischگیج کردن، سردرگم کردن، بهم ریختن، گیج شدن
Urduپریشان کرنا، غلط فہمی، گڑبڑ کرنا
...

Vertalingen

Synoniemen

a.≡ konfundieren
b.≡ verfilzen
z.≡ ablenken ≡ beirren ≡ bestürzen ≡ chaotisieren ≡ derangieren ≡ irreführen ≡ irritieren ≡ kirremachen ≡ konsternieren ≡ straucheln, ...

Synoniemen

Vervoeging

verwirrt · verwirrte · hat verwirrt

Vervoeging
 

Opmerkingen



Inloggen

⁵ alleen in informeel taalgebruik

* De definities zijn deels afkomstig van Wiktionary (de.wiktionary.org) en kunnen achteraf zijn gewijzigd. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0) licentie: 39459, 39459

* De synoniemen zijn deels afkomstig van OpenThesaurus (openthesaurus.de) en kunnen achteraf zijn aangepast. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 4.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0) licentie: verwirren