Gebruik van het Engelse werkwoord umbringen

Gebruik van het Duitse werkwoord umbringen (kapotmaken, ombrengen): met voorzetsels, indirect object, direct object, passieve informatie, gebruik en omgeving in het valentie-woordenboek.

B2 · werkwoord · haben · onregelmatig · overgankelijk · scheidbaar · <ook: reflexief · passief>

um·bringen

Objecten

(sich+A, acc.)

  • jemand/etwas bringt um
  • jemand/etwas bringt jemanden um
  • jemand/etwas bringt jemanden/etwas um
  • jemand/etwas bringt sich um

Passief

passief mogelijk


Samenvatting
a. werkwoord · haben · onregelmatig · overgankelijk · scheidbaar · <ook: passief>

jemanden töten, jemanden ums Leben bringen; abmurksen, kaltmachen, töten, totmachen

acc.

Actief

  • jemand/etwas bringt jemanden/etwas um
  • jemand/etwas bringt um

Processueel passief

  • jemand/etwas wird (von jemandem/etwas) umgebracht

Statieve passief

  • jemand/etwas ist (von jemandem/etwas) umgebracht
b. werkwoord · haben · onregelmatig · scheidbaar · reflexief

sich selbst töten; sich das Leben nehmen, Selbstmord/Suizid begehen

sich+A

Actief

  • jemand/etwas bringt sich um
  • jemand/etwas bringt um

Passief

passief niet mogelijk

c. werkwoord · haben · onregelmatig · scheidbaar

sich, jemanden sehr anstrengen; hinbringen

Actief

  • jemand/etwas bringt um

Passief

passief niet mogelijk

d. werkwoord · haben · onregelmatig · scheidbaar

etwas auf sehr übertriebene Weise machen

Actief

  • jemand/etwas bringt um

Passief

passief niet mogelijk

e. werkwoord · haben · onregelmatig · scheidbaar

jemanden verrückt machen

Actief

  • jemand/etwas bringt um

Passief

passief niet mogelijk

f. werkwoord · haben · onregelmatig · scheidbaar

nicht zu zerstören sein, unverwüstlich sein

Actief

  • jemand/etwas bringt um

Passief

passief niet mogelijk

g. werkwoord · haben · onregelmatig · overgankelijk · scheidbaar · <ook: passief>

an einen anderen Ort bringen

acc.

Actief

  • jemand/etwas bringt jemanden/etwas um
  • jemand/etwas bringt um

Processueel passief

  • jemand/etwas wird (von jemandem/etwas) umgebracht

Statieve passief

  • jemand/etwas ist (von jemandem/etwas) umgebracht
h. werkwoord · haben · onregelmatig · scheidbaar

Bock und Rost in ein anderes Feuer bringen

Actief

  • jemand/etwas bringt um

Passief

passief niet mogelijk

i. werkwoord · haben · onregelmatig · overgankelijk · scheidbaar · <ook: passief>

zurückbringen

acc.

Actief

  • jemand/etwas bringt jemanden/etwas um
  • jemand/etwas bringt um

Processueel passief

  • jemand/etwas wird (von jemandem/etwas) umgebracht

Statieve passief

  • jemand/etwas ist (von jemandem/etwas) umgebracht
j. werkwoord · haben · onregelmatig · overgankelijk · scheidbaar · <ook: passief>

etwas umpflügen; umpflügen

acc.

Actief

  • jemand/etwas bringt jemanden/etwas um
  • jemand/etwas bringt um

Processueel passief

  • jemand/etwas wird (von jemandem/etwas) umgebracht

Statieve passief

  • jemand/etwas ist (von jemandem/etwas) umgebracht
k. werkwoord · haben · onregelmatig · overgankelijk · scheidbaar · <ook: passief>

zu Boden bringen, zu Boden werfen

acc.

Actief

  • jemand/etwas bringt jemanden/etwas um
  • jemand/etwas bringt um

Processueel passief

  • jemand/etwas wird (von jemandem/etwas) umgebracht

Statieve passief

  • jemand/etwas ist (von jemandem/etwas) umgebracht
l. werkwoord · haben · onregelmatig · overgankelijk · scheidbaar · <ook: passief>

von einem Ort wegbringen; fortbringen, wegbringen

acc.

Actief

  • jemand/etwas bringt jemanden/etwas um
  • jemand/etwas bringt um

Processueel passief

  • jemand/etwas wird (von jemandem/etwas) umgebracht

Statieve passief

  • jemand/etwas ist (von jemandem/etwas) umgebracht
m. werkwoord · haben · onregelmatig · overgankelijk · scheidbaar · <ook: passief>

eine Sache zerstören, vernichten; vernichten, zerstören

acc.

Actief

  • jemand/etwas bringt jemanden/etwas um
  • jemand/etwas bringt um

Processueel passief

  • jemand/etwas wird (von jemandem/etwas) umgebracht

Statieve passief

  • jemand/etwas ist (von jemandem/etwas) umgebracht
n. werkwoord · haben · onregelmatig · overgankelijk · scheidbaar · <ook: passief>

(Besitz, seltener auch Zeit) durchbringen, verprassen, vergeuden; durchbringen, vergeuden, verprassen, verschwenden

acc.

Actief

  • jemand/etwas bringt jemanden/etwas um
  • jemand/etwas bringt um

Processueel passief

  • jemand/etwas wird (von jemandem/etwas) umgebracht

Statieve passief

  • jemand/etwas ist (von jemandem/etwas) umgebracht
z. werkwoord · haben · onregelmatig · overgankelijk · scheidbaar · <ook: reflexief · passief>

killen, Selbstmord begehen, kaltmachen, (sich) (selbst) töten, entleiben, (sich) entleiben

(sich+A, acc.)

Actief

  • jemand/etwas bringt jemanden um
  • jemand/etwas bringt jemanden/etwas um
  • jemand/etwas bringt sich um
  • jemand/etwas bringt um

Processueel passief

  • (von jemandem/etwas) wird umgebracht
  • jemand wird (von jemandem/etwas) umgebracht
  • jemand/etwas wird (von jemandem/etwas) umgebracht

Statieve passief

  • (von jemandem/etwas) ist umgebracht
  • jemand ist (von jemandem/etwas) umgebracht
  • jemand/etwas ist (von jemandem/etwas) umgebracht

Vertalingen

Engels kill, annihilate, commit suicide, murder, suicide, do, do to death, finish off, ...
Russisch убить, убивать, покончить, погубить, изнурить, перевести, перепахивать, покончить с собой, ...
Spaans matar, asesinar, matarse, enloquecer, fulminar, quitar la vida, suicidar, suicidarse, ...
Frans tuer, détruire, assassiner, se suicider, dépenser, exécuter, occire, se supprimer, ...
Turks öldürmek, abartmak, götürmek, harcamak, imha etmek, intihar, israf etmek, sürmek, ...
Portugees matar, assassinar, suicidar, suicidar-se, destruir, eliminar, abater, aniquilar, ...
Italiaans uccidere, suicidarsi, uccidersi, ammazzare, ancidere, assassinare, mazzare, abbattere, ...
Roemeens omorî, ucide, distruge, epuiza, exagera, irosi, nimici, obosi, ...
Hongaars megöl, elpusztít, elvinni, elherdál, kimerít, megölni, pazarlás, túlozni, ...
Pools zabić, zabijać, popełniać samobójstwo, zabić się, marnować, przenieść, przesadzić, trwonić, ...
Grieks σκοτώνω, σκοτώνομαι, τσακίζομαι, απαγωγή, αυτοκτονία, εξοντώνω, θανατώνω, καταστρέφω, ...
Nederlands kapotmaken, ombrengen, van kant maken, zich uitputten, zich uitsloven, doden, vermoorden, iemand gek maken, ...
Tsjechisch spáchat sebevraždu, usmrcovat, usmrcovatrtit, velmi se angažovat, zabíjet, zabíjetbít, zabít, usmrtit, ...
Zweeds slå ihjäl, avliva, begå självmord, ta livet av, döda, anstränga, bortföra, flytta, ...
Deens dræbe, ombringe, slå ihjel, anstrenge, destruere, fjerne, flytte, forbruge, ...
Japans 殺す, 命を奪う, やりすぎる, 仕留める, 使い果たす, 掘り起こす, 浪費する, 消滅させる, ...
Catalaans matar, suïcidar-se, suicidar-se, aniquilar, assassinar, cansar, canviar, despilfarrar, ...
Fins tappaa, surmata, tuhota, murha, tuhoaminen, hukata, hulluksi tekeminen, hävittäminen, ...
Noors ta livet av, drepe, fjerne, flytte, gjøre noen gal, kaste bort, overdrive, overkill, ...
Baskisch hilketa, hiltzea, desagertu, destruitu, exageratu, hilketa egin, madarazi, nekat, ...
Servisch убити, ubiti, pogubiti, odvesti, premestiti, preuveličati, prokockati, rasipati, ...
Macedonisch убие, уби, убиство, однесе, однесе од место, потрошувачка, пренесување, преувеличувам, ...
Sloveens ubiti, odpeljati, umoriti, izčrpati, pokončati, preorati, pretiravati, razmetavati, ...
Slowaaks zabiť, usmrtiť, odviesť, prehnane robiť, premrhať, preorať, presunúť, samovražda, ...
Bosnisch ubiti, pogubiti, izmoriti, odvesti, premjestiti, preorati, preuveličati, prokockati, ...
Kroatisch ubiti, pogubiti, oboriti, odvesti, premjestiti, preorati, preuveličati, prokockati, ...
Oekraïens убивати, знищити, вбити, вивезти, виснажити, витрачати, втомити, забрати, ...
Bulgaars убивам, избивам, загивам, отвеждам, полудявам, похабявам, прекалявам, прекарвам, ...
Wit-Russisch забіваць, забіць, знішчыць, выканаць, зводзіць з розуму, згубіць, змучыць, паражыць, ...
Hebreeuwsלהרוג، התאבדות، לבזבז، להגזים، להכות، להעביר، להפיל، להשחית، ...
Arabischقتل، انتحر، إعدام، إبادة، إبعاد، إسقاط، إهدار، إهلاك، ...
Perzischکشتن، از بین بردن، انتقال دادن، بسیار اغراق‌آمیز انجام دادن، به زمین انداختن، خسته کردن، خودکشی، دیوانه کردن، ...
Urduقتل کرنا، مارنا، بہت زیادہ، تباہ کرنا، تھکانا، ختم کرنا، خرچ کرنا، خودکشی، ...

Vertalingen

Synoniemen

a.≡ abmurksen ≡ kaltmachen ≡ totmachen ≡ töten
c.≡ hinbringen
i.≡ zurückbringen
j.≡ umpflügen
...

Synoniemen

Vervoeging

bringt um · brachte um (brächte um) · hat umgebracht

Vervoeging
 

Opmerkingen



Inloggen

⁵ alleen in informeel taalgebruik

* De definities zijn deels afkomstig van Wiktionary (de.wiktionary.org) en kunnen achteraf zijn gewijzigd. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0) licentie: 85911, 85911, 85911, 85911, 85911, 85911, 85911, 85911, 85911, 85911, 85911, 85911, 85911, 85911

* De synoniemen zijn deels afkomstig van OpenThesaurus (openthesaurus.de) en kunnen achteraf zijn aangepast. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 4.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0) licentie: umbringen