Gebruik van het Engelse werkwoord stückeln
Gebruik van het Duitse werkwoord stückeln (in elkaar flansen, met lapjes werken): met voorzetsels, indirect object, direct object, passieve informatie, gebruik en omgeving in het valentie-woordenboek.
C2 ·
werkwoord · haben · regelmatig · <ook: overgankelijk · passief>
Samenvatting
stückeln
Objecten
(acc.)
-
jemand/etwas stückelt
-
jemand/etwas stückelt
etwas
Passief
passief mogelijk
Samenvatting
ein Teil in mehrere kleinere Teile aufteilen; aufteilen, portionieren, zerlegen
Actief
jemand/etwas stückelt
Passief
passief niet mogelijk
aus mehreren kleinen Teilen zusammensetzen (weil ein größeres/geeignetes Teil nicht zur Verfügung steht); kombinieren, zusammensetzen
Actief
jemand/etwas stückelt
Passief
passief niet mogelijk
segmentieren, teilen, zerteilen, (auf)splitten, zerlegen, aufteilen (auf)
(acc.)
Actief
jemand/etwas stückelt
jemand/etwas stückelt
etwas
Processueel passief
etwas wird (vonjemandem/etwas )gestückelt
Statieve passief
etwas ist (vonjemandem/etwas )gestückelt
Vertalingen
add a piece, divide up, patch up, unitize, assemble, divide, piece together, split
делить на части, разделять, делить
fraccionar, seccionar, tronzar, dividir, fragmentar, trocear
assembler, fractionner, diviser, fragmenter, monter
parça parça yapmak, parçalamak, bölmek
dividir, remendar, juntar, montar, partir
rappezzare, spezzettare, assemblare, comporre, frammentare, suddividere
asambla, compune, împărți
darabokra oszt szét, darabokra oszt, darabol, feloszt
dzielić, składać
κομμάτια, συγκεντρώνω, συνθέτω
in elkaar flansen, met lapjes werken, in stukken, opdelen, stukjes maken, verkleinen
dělit, skládat
stycka, dela, dela upp
dele, lappe, udstykke, opdele, samle
分割する, 小分けする
dividir, fragmentar
jakaa, osittaminen, paloitella, paloittaminen
dela, dele opp, stykkes
zatiak banatu, zatiak elkartzea
deliti, podeliti, sastavljati, spajati
делење, составување
deliti, sestaviti, združiti
rozdeľovať, skladať, členiť
dijeliti, sastaviti
dijeliti, komadati, razdijeliti, sastaviti
збирати, розділяти, складати
разделям, съединявам
раздзяляць, складаць
לחבר، לחלק، לקבץ
تجزئة، تقسيم
تقسیم کردن، تکهتکه کردن، قطعهقطعه کردن
ٹکڑے کرنا، حصے کرنا، ٹکڑے ٹکڑے کرنا
Vertalingen
Synoniemen
- a.≡ aufteilen ≡ portionieren ≡ zerlegen
- b.≡ kombinieren ≡ zusammensetzen
- z.≡ aufsplitten ≡ segmentieren ≡ teilen ≡ zerlegen ≡ zerteilen
Synoniemen
Vervoeging
stückelt·
stückelte· hat
gestückelt
Tegenwoordige tijd
stück(e)⁴l(e)⁵ |
stückelst |
stückelt |
Verleden tijd
stückelte |
stückeltest |
stückelte |
Vervoeging