Gebruik van het Engelse werkwoord auseinandertreiben

Gebruik van het Duitse werkwoord auseinandertreiben (uit elkaar drijven, scheiden): met voorzetsels, indirect object, direct object, passieve informatie, gebruik en omgeving in het valentie-woordenboek.

werkwoord · haben · onregelmatig · overgankelijk · scheidbaar · <ook: passief>

auseinander·treiben

Objecten

(acc.)

  • jemand/etwas treibt auseinander
  • jemand/etwas treibt etwas auseinander
  • jemand/etwas treibt etwas/jemanden auseinander
  • jemand/etwas treibt jemanden/etwas auseinander

Passief

passief mogelijk


Samenvatting
a. werkwoord · haben · onregelmatig · scheidbaar

voneinander wegtreiben, gewaltsam trennen, durch Hämmern erweitern

Actief

  • jemand/etwas treibt auseinander

Passief

passief niet mogelijk

z. werkwoord · haben · onregelmatig · overgankelijk · scheidbaar · <ook: passief>

(acc.)

Actief

  • jemand/etwas treibt auseinander
  • jemand/etwas treibt etwas auseinander
  • jemand/etwas treibt etwas/jemanden auseinander
  • jemand/etwas treibt jemanden/etwas auseinander

Statieve passief

  • (von jemandem/etwas) ist auseinandergetrieben
  • etwas ist (von jemandem/etwas) auseinandergetrieben
  • etwas/jemand ist (von jemandem/etwas) auseinandergetrieben
  • jemand/etwas ist (von jemandem/etwas) auseinandergetrieben

Processueel passief

  • (von jemandem/etwas) wird auseinandergetrieben
  • etwas wird (von jemandem/etwas) auseinandergetrieben
  • etwas/jemand wird (von jemandem/etwas) auseinandergetrieben
  • jemand/etwas wird (von jemandem/etwas) auseinandergetrieben

Vertalingen

Engels drive apart, disperse, drift apart, expand by hammering, force apart
Russisch разгонять, разделять, раздувать, раздуть, разогнать, распереть, распирать
Spaans dispersar, expandir, separar
Frans séparer, disperser, diviser, se disloquer, écarter
Turks ayırmak, dağıtmak
Portugees afastar, dividir, separar
Italiaans allontanare, disperdere, disperdersi, dividere, separare
Roemeens extindere, separare, îndepărta
Hongaars szétkerget, szétválaszt
Pools rozdzielać, wypierać
Grieks αλωνίζω, απομακρύνω, διαχωρίζω
Nederlands uit elkaar drijven, scheiden, uit elkaar slaan, uiteendrijven, uiteenjagen
Tsjechisch oddělit, rozehnat, rozhánět, rozptýlit
Zweeds driva isär, skilja, skingra, utvidga
Deens drive væk, jage fra hinanden, skille, splitte
Japans 分ける, 引き離す, 拡げる
Catalaans ampliar, forçar, separar
Fins erottaa, karkottaa, levittää
Noors drive fra hverandre, skille, utvide
Baskisch banandu, banatzea
Servisch odvojiti, raspršiti, razdvojiti
Macedonisch раздвојување, раздвојување со сила
Sloveens odgnati, razdvojiti
Slowaaks rozptýliť, roztrhnúť
Bosnisch odvojiti, razdvajati, razdvojiti
Kroatisch odvojiti, razdvajati, razdvojiti
Oekraïens відштовхувати, розганяти, розділяти
Bulgaars разгонвам, разделям
Wit-Russisch разагнаць, разлучыць
Hebreeuwsלגרש، להפריד
Arabischتفرقة، توسيع، فصل
Perzischجدا کردن، فاصله انداختن
Urduجدا کرنا، مجبوری سے الگ کرنا

Vertalingen

Synoniemen

Nog geen synoniemen gedefinieerd.

Vervoeging

treibt auseinander · trieb auseinander (triebe auseinander) · hat auseinandergetrieben

Vervoeging
 

Opmerkingen



Inloggen

⁵ alleen in informeel taalgebruik