Synoniemen van het Duitse werkwoord vorhersehen

Synoniemen van het Duitse werkwoord vorhersehen (voorspellen, voorzien): abschätzen, absehen, bedenken, einplanen, erahnen, erwarten, hellsehen, hypothetisieren, prognostizieren, präsumieren, schätzen, vermuten, vorausahnen… met synoniemen, antoniemen, verwante termen en beschrijvingen in de thesaurus.

werkwoord · haben · onregelmatig · scheidbaar · <ook: overgankelijk · passief>

vorher·sehen

Synoniemen

a.≡ prognostizieren ≡ vorhersagen

z.≡ abschätzen ≡ absehen ≡ bedenken ≡ einplanen ≡ erahnen ≡ erwarten ≡ hellsehen ≡ hypothetisieren ≡ prognostizieren ≡ präsumieren, ...

Betekenissen Vertalingen Gebruiken Vervoeging

a. werkwoord · haben · onregelmatig · scheidbaar

ein Ereignis in der Zukunft bereits vorher erkennen, prognostizieren; vorhersagen, prognostizieren

Synoniemen

≡ prognostizieren ≡ vorhersagen

Samenvatting Betekenissen Vertalingen Gebruiken Vervoeging

z. werkwoord · haben · onregelmatig · scheidbaar · <ook: overgankelijk · passief>

vorausberechnen, absehen, (etwas) ahnen, hellsehen, vermuten, voraussehen

Synoniemen

≡ abschätzen ≡ absehen ≡ bedenken ≡ einplanen ≡ erahnen ≡ erwarten ≡ hellsehen ≡ hypothetisieren ≡ prognostizieren ≡ präsumieren ≡ schätzen ≡ vermuten ≡ vorausahnen ≡ vorausberechnen ≡ voraussehen ≡ vorhersagen ≡ wittern

Samenvatting Betekenissen Vertalingen Gebruiken Vervoeging

Vertalingen

foresee, anticipate, forecast, predict

предвидеть, прогнозировать

prever, barruntar, mascar, anticipar

prévoir, anticiper, entrevoir, préjuger de

tahmin etmek, önceden görmek, önceden kestirmek, önceden tahmin etmek, öngörmek

antever, prever, prognosticar

prevedere, presagire, prognosticare

prognostica, previziona

előre lát, megjósol

przewidywać, przewidzieć, prognozować

προβλέπω

voorspellen, voorzien

předvídat, prognózovat

förutse, prognostisera

forudse

予測, 予知

preveure, prognosticar

aavistaa, ennakoida, ennustaa

forutse, forhåndsse, forutsi

aurreikusi

predvideti, prognosticirati

предвидување, прогноза

napovedati, predvideti

predvídať, prognózovať

predvidjeti, prognosticirati

predvidjeti, prognosticirati

передбачати, прогнозувати

предвиждам, прогнозирам

прагназаваць, прадбачыць

לחזות، לנבא

توقع، استشراف، تنبؤ

پیش‌بینی

پیش بینی کرنا، معلوم کرنا

Toepassingen

(acc.)

passief mogelijk

Voorzetsels Toepassingen

Vervoeging

sieht vorher · sah vorher (sähe vorher) · hat vorhergeseh(e)⁵n

Tegenwoordige tijd

seh(e)⁵	vorher
siehst	vorher
sieht	vorher

Verleden tijd

sah	vorher
sahst	vorher
sah	vorher

Opmerkingen