Betekenis van het Duitse werkwoord überstülpen

Betekenis van het Duitse werkwoord überstülpen (opzetten, opdringen): auf jemanden, etwas daraufsetzen; jemandem etwas rücksichtslos oder gewaltsam aufzwingen; aufstülpen; anziehen; aufsetzen; bekleiden met definities, beschrijvingen, uitleg, synoniemen en grammaticale informatie in het verklarend woordenboek.

C2 · werkwoord · haben · regelmatig · <ook: overgankelijk · scheidbaar · onafscheidelijk · reflexief · passief>

überstülpen

Betekenissen

a.<vert., scheidb.> auf jemanden, etwas daraufsetzen, jemandem etwas rücksichtslos oder gewaltsam aufzwingen, aufstülpen, aufsetzen, überstreifen, überziehen
z.<onafsch.> anziehen, bekleiden, ankleiden, einkleiden, Kleidung anlegen, (etwas) überziehen

Samenvatting
a. werkwoord · haben · regelmatig · overgankelijk · scheidbaar · <ook: passief>

Beschrijvingen

  • auf jemanden, etwas daraufsetzen
  • jemandem etwas rücksichtslos oder gewaltsam aufzwingen

Synoniemen

≡ aufdrücken ≡ aufsetzen ≡ aufstülpen ≡ aufzwingen ≡ überstreifen ≡ überziehen
z. werkwoord · haben · regelmatig · onafscheidelijk · <ook: overgankelijk · reflexief · passief>

Beschrijvingen

  • Kleidung anlegen, (etwas) überziehen, (etwas) überstreifen

Synoniemen

≡ ankleiden ≡ anziehen ≡ bekleiden ≡ einkleiden ≡ hineinschlüpfen

Vertalingen

Engels impose on, cover, force upon, impose, put over
Russisch навязывать, надеть, накинуть, принуждать
Spaans encasquetar, poner encima, cubrir, forzar, imponer, voltear
Frans aufsetzen, forcer, imposer, überziehen
Turks kaplamak, zorla dayatmak, zorla geçirmek, örtmek
Portugees cobrir, encapar, forçar, impor
Italiaans calcare, calcarsi testa, forzare, imporre, mettere sopra, sovrapporre
Roemeens pune peste, impune
Hongaars rátesz, ráerőltet, ráhelyez
Pools zakładać, założyć, narzucać, nałożyć, przykryć
Grieks επικαλύπτω, καλύπτω, επιβάλλω
Nederlands opzetten, opdringen, opleggen, overleggen, oversteken
Tsjechisch přehodit, přetáhnout, násilně vnucovat
Zweeds tvinga på, överdrag, övertäcka
Deens overdække, overtrække, tvinge
Japans かぶせる, 強制する, 押し付ける, 覆う
Catalaans col·locar, imposar, superposar
Fins kääriä, pakoittaa, pakottaa, peittää
Noors legge over, overføre, tvinge
Baskisch ezarri, inposatu, janzteko
Servisch nametnuti, prebaciti, staviti
Macedonisch наметнување, покривање, прекривање
Sloveens nasilno vsiliti, pokriti, prekriti
Slowaaks nasadiť, násilne vnucovať, prekrývať
Bosnisch nametati, navući, prebaciti
Kroatisch nametnuti, navući, prebaciti
Oekraïens нав'язувати, накидати, накривати, примушувати
Bulgaars налагам, покривам, поставям, принуждавам
Wit-Russisch засунуць, навязваць, накінуць
Hebreeuwsלהכריח، להניח، לכסות، לכפות
Arabischإجبار، إحاطة، تغطية، فرض
Perzischپوشاندن، تحمیل کردن، پوشش دادن
Urduڈھانپنا، زبردستی مسلط کرنا، مجبور کرنا، پوشش دینا

Vertalingen

Synoniemen

Toepassingen

(sich+D, acc., dat.)

passief mogelijk


Voorzetsels Toepassingen

Vervoeging

überstülpt · überstülpte · hat überstülpt

Vervoeging
 

Opmerkingen



Inloggen

⁵ alleen in informeel taalgebruik

* De definities zijn deels afkomstig van Wiktionary (de.wiktionary.org) en kunnen achteraf zijn gewijzigd. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0) licentie: 319063

* De synoniemen zijn deels afkomstig van OpenThesaurus (openthesaurus.de) en kunnen achteraf zijn aangepast. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 4.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0) licentie: überstülpen