Gebruik van het Engelse werkwoord zusammenstimmen
Gebruik van het Duitse werkwoord zusammenstimmen (harmoniseren, overeenstemmen): met voorzetsels, indirect object, direct object, passieve informatie, gebruik en omgeving in het valentie-woordenboek.
werkwoord · haben · regelmatig · intransitief · scheidbaar
Samenvatting
zusammen·stimmen
Objecten
-
jemand/etwas stimmt
zusammen
Voorzetsels
(mit+D)
-
jemand/etwas
mitstimmt
etwas zusammen
Passief
passief niet mogelijk
Samenvatting
miteinander harmonieren und übereinstimmen
Actief
jemand/etwas stimmt
zusammen
miteinander harmonieren
(mit+D)
Actief
jemand/etwas
mitstimmt
etwas zusammen
jemand/etwas stimmt
zusammen
Vertalingen
agree, harmonize, match
гармонировать, совпадать, совпасть, согласоваться, согласовываться
coincidir, harmonizar
correspondre, harmoniser
birbirine uymak, uyumlu olmak
concordar, harmonizar
accordarsi, andare d’accordo, armonizzare, concordare, corrispondere
armoniza, se potrivi
egyezni, harmonizál
harmonizować, zgadzać się
αρμονία, συμφωνώ
harmoniseren, overeenstemmen, stemmen
harmonizovat, shodovat se
harmoniera, överensstämma
harmonere, stemme overens
一致する, 調和する
coincidir, harmonitzar
harmonisoida, yhteensopiva
harmonere, overensstemme
bat etorri, harmonizatu
harmonizovati, usaglašavati
согласува
harmonizirati, usklajevati
harmonizovať, zhodovať sa
harmonizovati, saglasiti se
saglasiti, uskladiti
гармоніювати, узгоджуватися
съгласувам се, съответствам
адпавядаць, гарманія
bersepakat, menyelaraskan
hòa hợp, đồng thuận
hamohang bo‘lmoq, kelishmoq
तालमेल बैठना, सहमत होना
一致, 协调
สอดคล้อง, เห็นด้วย
일치하다, 조화하다
razılaşmaq, uyğunlaşdırmaq
შეთანხმება, ჰარმონიზება
একমত হওয়া, সামঞ্জস্য হওয়া
harmonizoj, pajtohem
एकमत होणे, समन्वय होणे
एकमत हुनु, समन्वय गर्नु
సమన్వయించుట, సమ్మతి పడటం
saskaņot, saskaņoties
ஒத்திசைபடுவது, ஒப்புதல் பெறுவது
harmoniseerima, kooskõlastama
համաձայնել, համընկնել
hevçûn
להתאים، להתמזג
يتناغم، يتوافق
تطابق، هماهنگ بودن
ہم آہنگ ہونا، ہم آہنگی
- ...
Vertalingen
Synoniemen
Nog geen synoniemen gedefinieerd.
Vervoeging
stimmt
zusammen·
stimmte
zusammen· hat
zusammengestimmt
Tegenwoordige tijd
stimm(e)⁵ | zusammen |
stimmst | zusammen |
stimmt | zusammen |
Verleden tijd
stimmte | zusammen |
stimmtest | zusammen |
stimmte | zusammen |
Vervoeging