Gebruik van het Engelse werkwoord zerbrechen

Gebruik van het Duitse werkwoord zerbrechen (breken, verbreken): met voorzetsels, indirect object, direct object, passieve informatie, gebruik en omgeving in het valentie-woordenboek.

C2 · werkwoord · onregelmatig · intransitief · onafscheidelijk · <ook: sein · haben · overgankelijk · passief>

zerbrechen

Objecten

(acc.)

jemand/etwas zerbricht
jemand/etwas zerbricht etwas

Voorzetsels

(an+D)

jemand/etwas zerbricht an etwas

Passief

passief mogelijk

Samenvatting

Betekenissen Vertalingen Synoniemen Vervoeging

a. werkwoord · sein · onregelmatig · intransitief · onafscheidelijk

kaputt gehen (wenn es dabei Splitter oder Brocken erzeugt); zersplittern

Actief

jemand/etwas zerbricht

Passief

passief niet mogelijk

Samenvatting Betekenissen Vertalingen Synoniemen Vervoeging

b. werkwoord · haben · onregelmatig · intransitief · onafscheidelijk

(Mensch) emotional zutiefst geschädigt werden

Actief

jemand/etwas zerbricht

Passief

passief niet mogelijk

Samenvatting Betekenissen Vertalingen Synoniemen Vervoeging

c. werkwoord · haben · onregelmatig · overgankelijk · onafscheidelijk · <ook: passief>

etwas kaputt machen

acc.

Actief

jemand/etwas zerbricht
jemand/etwas zerbricht etwas

Statieve passief

etwas ist (von jemandem/etwas) zerbrochen

Processueel passief

etwas wird (von jemandem/etwas) zerbrochen

Samenvatting Betekenissen Vertalingen Synoniemen Vervoeging

z. werkwoord · onregelmatig · intransitief · onafscheidelijk · <ook: sein · haben · overgankelijk · passief>

bersten, entzweigehen, torpedieren, zerbersten, zerplatzen, in Stücke gehen

(acc., an+D)

Actief

jemand/etwas zerbricht
jemand/etwas zerbricht an etwas
jemand/etwas zerbricht etwas

Statieve passief

(von jemandem/etwas) ist zerbrochen
etwas ist (von jemandem/etwas) zerbrochen

Processueel passief

(von jemandem/etwas) wird zerbrochen
etwas wird (von jemandem/etwas) zerbrochen

Samenvatting Betekenissen Vertalingen Synoniemen Vervoeging

Vertalingen

break, shatter, break down, break under, burst, destroy, fracture, go snap, ...

разбивать, ломать, ломаться, разбиваться, разбить, сломать, бить, переломать, ...

quebrarse, quebrar, romper, romperse, deshacerse, fraccionarse, fracturar, hacerse migas, ...

casser, briser, détruire, se briser

kırmak, parçalamak, kırılmak, paramparça olmak, yıkmak, yıkılmak

quebrar, partir, destruir, abalar, despedaçar, despedaçar-se, fracassar em, quebrantar, ...

rompere, frantumare, andare in frantumi, andare in pezzi, fallire, frangere, frantumarsi, infrangere, ...

se rupe, sparge, rupe, se destrăma, se sparge

eltör, széttör, törni, kettétör, megsérülni, megtörni, széttörni, összetörni

rozbijać, stłuc, tłuc, złamać, łamać, rozbić, zniszczyć

σπάζω, σπάσιμο, καταρρέω, καταστρέφω, καταστροφή, σπάω

breken, verbreken, doorbreken, gebroken, verbroken

rozbíjet, rozbíjetbít, rozbít, rozbít se, zlomit, zlomit se

krossa, braka, brista, bryta, gå av, slå sönder, spricka

knuse, brække, brække itu, knække, slå i stykker, ødelægge

傷つく, 割れる, 壊す, 壊れる, 打ちひしがれる, 砕ける, 破壊する

trencar, rompre, destrossar, esclatar, esmicolar, rompre's, trencar-se

rikkoa, särkyä, murskata, murtua

knuse, ødelegge, brekke i stykker, bryte, gå i stykker, slå i stykker

hautsitu, apurtu, hautsitua

razbiti, slomiti, povređen, slomljen

разбијам, скршам, разрушен

razbiti, uničiti, zlomiti, zlomljen

rozbiť, zlomiť, rozbiť sa, zlomiť sa

razbiti, slomiti, slomljen

зламати, ламати, ламатися, пошкодити, розбиватися, зламатися, лопнути

разбивам, чупя, разрушавам

зламаны, зламацца, ламаць, разбівацца, разбіваць, разбіты

memecahkan, hancur hati, hancur secara emosional, pecah

phá vỡ, làm vỡ, tan nát, tổn thương sâu sắc, vỡ

buzmoq, ruhi sinmoq, sindirmoq, yurak sinmoq

टूटना, तोड़ना, दिल टूटना, भावनात्मक रूप से टूटना

打碎, 心灵受创, 心碎, 打破, 破碎

ทำลาย, หัก, หัวใจสลาย, แตก, แตกเป็นชิ้นๆ, ใจสลาย

깨지다, 마음이 부서지다, 마음이 산산조각나다, 부서지다, 부수다

parçalamaq, qırmaq, qəlbi sınımaq, ruhsan sarsılmaq

გატეხვა, გული გატყდომა, ემოციურად შერყევა

ভাঙা, ভাঙান, মন ভাঙা, মন ভেঙে যাওয়া

copëtohet, thye, thyer emocionalisht, thyhet, zemra thyhet

तूटणे, तोडणे, फोडणे, मन तुटणे, हृदय तुटणे

टुट्नु, टोड्नु, फुट्नु, मन टुक्रिनु, मन भत्किनु

పగడటం, పగిలిపోవు, మనసు పగిలిపోవడం, మనసు విరిగిపోవడం, విరగిపోవు

salauzt, emocionāli salauzt, sirds salūzt

உடை, நொறுங்கு, பிரிக்க, மனம் உடைந்துவிடு, மனம் சிதறு

purustama, hinge murduma, murda, murdada, süda purunema

կոտրել, հոգեկանորեն կոտրվել, հոգեպես կոտրվել, փշրել

şikestin, dilşikestin, qedandin, tîk bûn

שבור، להישבר، פגוע، שבר

كسر، تحطيم، حطم، حطَم

شکستن، آسیب دیدن، تکه تکه شدن

ٹوٹنا، بکھرنا، توڑنا، شکست، شکست دینا

...

Vertalingen

Synoniemen

a.≡ zersplittern

z.≡ aufplatzen ≡ auseinanderbrechen ≡ auseinanderfallen ≡ auseinandergehen ≡ bersten ≡ demolieren ≡ destruieren ≡ devastieren ≡ durchbrechen ≡ einhauen, ...

Synoniemen

Vervoeging

zerbricht · zerbrach (zerbräche) · ist zerbrochen

Tegenwoordige tijd

zerbrech(e)⁵

zerbrichst

zerbricht

Verleden tijd

zerbrach

zerbrachst

zerbrach

zerbricht · zerbrach (zerbräche) · hat zerbrochen

Tegenwoordige tijd

zerbrech(e)⁵

zerbrichst

zerbricht

Verleden tijd

zerbrach

zerbrachst

zerbrach

Vervoeging