Gebruik van het Engelse werkwoord scheitern

Gebruik van het Duitse werkwoord scheitern (falen, mislukken): met voorzetsels, indirect object, direct object, passieve informatie, gebruik en omgeving in het valentie-woordenboek.

B2 · werkwoord · sein · regelmatig · intransitief

scheitern

Objecten

jemand/etwas scheitert

Voorzetsels

(an+D, an+A)

jemand/etwas scheitert an etwas
jemand/etwas scheitert an jemandem/etwas

Passief

passief niet mogelijk

Samenvatting

Betekenissen Vertalingen Synoniemen Vervoeging

a. werkwoord · sein · regelmatig

etwas nicht erreichen, das man erreichen will; misslingen

Actief

jemand/etwas scheitert

Samenvatting Betekenissen Vertalingen Synoniemen Vervoeging

z. werkwoord · sein · regelmatig · intransitief

schlecht abschneiden, eine Bruchlandung machen, ablosen, missglücken, versagen, bruchlanden

(an+D, an+A)

Actief

jemand/etwas scheitert
jemand/etwas scheitert an etwas
jemand/etwas scheitert an jemandem/etwas

Samenvatting Betekenissen Vertalingen Synoniemen Vervoeging

Vertalingen

break down, collapse, fail, abort, be a flop, come to naught, come to nought, come unstuck, ...

потерпеть неудачу, терпеть неудачу, не удаваться, не удаться, обрушиваться, обрушиться, потерпеть крах, проваливаться, ...

fracasar, estrellarse contra, estrellarse en, fallar, frustrarse, malograrse, zozobrar, no lograr

échouer, crouler, se briser contre, subir un échec, tourner court, défaillir

başarısızlığa uğramak, boşa çıkmak, başarısız olmak, başarısızlık

fracassar, falhar, não dar certo, não resultar, não ter êxito

fallire, andare a monte, naufragare, precipitare, non riuscire

eșua, nu reuși

kudarcot vall, meghiúsul, csődöt mond, megbukik, sikertelen

doznawać porażki, doznać porażki, nie powieść się, ponieść klęskę, ponosić klęskę, ponosić porażkę, niepowodzenie, porażka

αποτυγχάνω, αποτυχαίνω, αποτυχία

falen, mislukken, schipbreuk lijden, stranden, te pletter slaan

ztroskotat, ztroskotávat, ztroskotávattat, neuspět, selhat

misslyckas, förlisa, spricka, stranda, stupa, feila

mislykkes, kikse, slå fejl, strande, fejle

失敗する, 挫折する

fracassar, fallar

epäonnistua, kaatua

feile, mislykkes, strande

porrot

propasti

неуспех

neuspeh, propad

neuspieť, zlyhať

neuspjeh, propasti

neuspjeh, propast

зазнав невдачі, зазнавати невдачі, не вдаватися, неуспіх, провалився

неуспех, провал

неўдача, параза

להיכשל

فشل، رسب، فشل - أخفق

شکست خوردن، ناکام شدن، به مقصود نرسیدن، بی نتیجه ماندن

ناکام ہونا، ناکامی

Vertalingen

Synoniemen

a.≡ misslingen

z.≡ ablosen ≡ bruchlanden ≡ danebengehen ≡ durchfallen ≡ durchrasseln ≡ fallieren ≡ fehlgehen ≡ fehlschlagen ≡ floppen ≡ missglücken, ...

Synoniemen

Vervoeging

scheitert · scheiterte · ist gescheitert

Tegenwoordige tijd

scheit(e)⁴r(e)⁵

scheiterst

scheitert

Verleden tijd

scheiterte

scheitertest

scheiterte

Vervoeging