Gebruik van het Engelse werkwoord runtermachen
Gebruik van het Duitse werkwoord runtermachen (afkraken, afbreken): met voorzetsels, indirect object, direct object, passieve informatie, gebruik en omgeving in het valentie-woordenboek.
werkwoord · haben · regelmatig · scheidbaar · <ook: overgankelijk · passief>
Samenvatting
runter·machen
Objecten
(acc.)
-
jemand/etwas macht
runter
-
jemand/etwas macht
etwas/jemanden runter
-
jemand/etwas macht
jemanden runter
-
jemand/etwas macht
jemanden/etwas runter
Passief
passief mogelijk
Samenvatting
jemanden herabsetzen
Actief
jemand/etwas macht
runter
Passief
passief niet mogelijk
jemanden erniedrigen
Actief
jemand/etwas macht
runter
Passief
passief niet mogelijk
schlecht über jemanden reden
Actief
jemand/etwas macht
runter
Passief
passief niet mogelijk
(acc.)
Actief
jemand/etwas macht
etwas/jemanden runter
jemand/etwas macht
jemanden runter
jemand/etwas macht
jemanden/etwas runter
jemand/etwas macht
runter
Statieve passief
- (von
jemandem/etwas ) istruntergemacht
etwas/jemand ist (vonjemandem/etwas )runtergemacht
jemand ist (vonjemandem/etwas )runtergemacht
jemand/etwas ist (vonjemandem/etwas )runtergemacht
Processueel passief
- (von
jemandem/etwas ) wirdruntergemacht
etwas/jemand wird (vonjemandem/etwas )runtergemacht
jemand wird (vonjemandem/etwas )runtergemacht
jemand/etwas wird (vonjemandem/etwas )runtergemacht
Vertalingen
excoriate, goof (off), knock, rubbish, slag, belittle, demean, disparage, ...
унижать, опускать, опустить, осуждать, плохо говорить о ком-то, принижать
pringar, menospreciar, desacreditar, despreciar, humillar
flinguer, rabaisser, dénigrer, humilier
aşağılamak, küçümsemek, eleştirmek, kötülemek
arrasar com, criticar destrutivamente, menosprezar, denigrar, desmerecer, humilhar
rimproverare, togliere, trattare male, denigrare, erniedrigen, parlare male di qualcuno, sminuire, umbringen
denigra, critica, discredita, subestima, umili
lealázni, lekicsinyelni, megalázni, rosszindulatú beszéd
krytykować, poniżać, deprecjonować, oczerniać
υποτιμώ, κακολογώ, ταπεινώνω
afkraken, afbreken, ondermijnen, onderuit halen, vernederen
ponižovat, pomlouvat, ponížit, snižovat
skälla ut, nedvärdera, förminska, förnedra, prata illa om
nedgøre, tale dårligt om
侮辱する, 中傷する, 悪口を言う, 貶める, 軽視する
menysprear, humiliar
alennus, alistaa, halventaa, halventaminen, puhua huonosti
nedsette, nedverdige, snakke dårlig om
beherabaki, behin-behineko, humiliatu, murriztu, txarrak esan
ponižavati, ogovarati, umanjivati
понижување, погано зборување
diskreditirati, klevetati, ponižati, zmanjšati
degradovať, ohovárať, ponižovať, ponížiť
ponižavati, ogovarati, umanjivati
ponižavati, ogovarati, umanjivati
принижувати, погано говорити про когось
унижавам, клюкарствам, обиждам, принизявам
абмяркоўваць, зневажаць, крытыкаваць, прыганяць, прыдушыць, прыдушэнне
להשפיל، לרכל
انتقد انتقادا هداما، تحقير، إذلال، انتقاد
تحقیر کردن، بدگویی، پایین آوردن
تنقید کرنا، نیچا دکھانا، برائی کرنا، حقیر کرنا، ذلیل کرنا، کم کرنا
Vertalingen
Synoniemen
Nog geen synoniemen gedefinieerd.
Vervoeging
macht
runter·
machte
runter· hat
runtergemacht
Tegenwoordige tijd
mach(e)⁵ | runter |
machst | runter |
macht | runter |
Verleden tijd
machte | runter |
machtest | runter |
machte | runter |
Vervoeging