Gebruik van het Engelse werkwoord mähen

Gebruik van het Duitse werkwoord mähen (maaien, snijden): met voorzetsels, indirect object, direct object, passieve informatie, gebruik en omgeving in het valentie-woordenboek.

B1 · werkwoord · haben · regelmatig · <ook: overgankelijk · intransitief · passief>

mähen

Objecten

(acc.)

  • jemand/etwas mäht
  • jemand/etwas mäht etwas
  • jemand/etwas mäht jemanden/etwas

Passief

passief mogelijk


Samenvatting
1a. werkwoord · haben · regelmatig · overgankelijk · <ook: passief>

mit der Sense, Sichel, mit einer Mähmaschine bis zum Ansatz dicht über dem Erdboden wegschneiden; kürzen, abmähen, absicheln, sensen, sicheln

acc.

Actief

  • jemand/etwas mäht
  • jemand/etwas mäht etwas
  • jemand/etwas mäht jemanden/etwas

Statieve passief

  • etwas ist (von jemandem/etwas) gemäht
  • jemand/etwas ist (von jemandem/etwas) gemäht

Processueel passief

  • etwas wird (von jemandem/etwas) gemäht
  • jemand/etwas wird (von jemandem/etwas) gemäht
1b. werkwoord · haben · regelmatig · overgankelijk · <ook: passief>

schnittreifes Getreide, Gras, schnittreife Ölfrüchte oder dergleichen Wegschneiden entfernen

acc.

Actief

  • jemand/etwas mäht
  • jemand/etwas mäht etwas

Statieve passief

  • etwas ist (von jemandem/etwas) gemäht

Processueel passief

  • etwas wird (von jemandem/etwas) gemäht
2. werkwoord · haben · regelmatig · intransitief

mäh schreien; blöken

Actief

  • jemand/etwas mäht

Passief

passief niet mogelijk

3. werkwoord · haben · regelmatig · <ook: overgankelijk · passief>

(acc.)

Actief

  • jemand/etwas mäht
  • jemand/etwas mäht etwas

Statieve passief

  • (von jemandem/etwas) ist gemäht
  • etwas ist (von jemandem/etwas) gemäht

Processueel passief

  • (von jemandem/etwas) wird gemäht
  • etwas wird (von jemandem/etwas) gemäht

Vertalingen

Engels cut, mow, baa, bleat, reap, scythe, shear
Russisch косить, скашивать, скосить, стричь, жать, блеять, срезать
Spaans cortar, cosechar, segado, segar, gritar, guadañar
Frans tondre, moissonner, bêler, faucher, couper
Turks biçmek, kesmek, koyun sesi çıkarmak, oraklamak, saman, tırpanlamak
Portugees ceifar, aparar, cortar, berrar, segar
Italiaans falciare, belare, mietere, rasare, tagliare
Roemeens cosit, măcelărie, tăiat, tăiere
Hongaars kaszál, aratás, fűnyírás, kaszálni, nyírni, vágás
Pools kosić, beczeć, meczeć, koszenie, muczeć, zabeczeć, zameczeć, ścinanie
Grieks κοπή, βελάζω, θέρισμα, θερίζω, κλάδεμα
Nederlands maaien, snijden, blaten, schreeuwen
Tsjechisch kosit, sekat, hřebčín, pokosit, požnout, řezat, žnout
Zweeds klippa, skörda, slå, bräka, skrika, skära
Deens klippe, skære, bræge, meje
Japans 刈る, 草刈り, 刈り取る, 叫ぶ, 鳴く
Catalaans tallar, escridar, mowed, mà
Fins niittää, leikata, leikata ruohoa
Noors klippe, bææ, meie, sanke, skjære, slette, slå
Baskisch mendatzea, ebakitzea, mendatu, mugimendu, mugitu
Servisch kositi, mesti, mukati, seći
Macedonisch косење, мјаукање
Sloveens kositi, pokositi, mukati
Slowaaks kosať, kosiť, húkať, mútiť, pokosiť
Bosnisch kositi, miješati, mjaukanje, sjeći
Kroatisch kositi, mjaukanje, pokositi, sjeći
Oekraïens косити, блеяти, стригти
Bulgaars косене, мяукане, събиране
Wit-Russisch косіць, баранаць, забіраць
Indonesisch memotong rumput, membabat, menuai
Vietnamees cắt cỏ, cắt, gặt
Oezbeeks o'rmoq, o't kesmoq
Hindi घास काटना, काटना
Chinees 割草, 收割
Thais ตัดหญ้า, ตัด, เกี่ยว
Koreaans 잔디를 깎다, 베다
Azerbeidzjaans ot biçmək, biçmək
Georgisch ბალახის ჭრა, თიბვა
Bengaals ঘাস কাটা, কাটা
Albanees korr, kosit, prerë barin
Marathi घास कापणे, कापणे
Nepalees काट्नु, घाँस काट्नु, घास काट्नु
Telugu కోయు, గడ్డి కాపడం
Lets zāli pļaut, pļaut
Tamil அறுவடை, புல் வெட்டுதல், வெட்டு
Ests niitma, lõikama
Armeens խոտ կտրել, հնձել
Koerdisch birîn, biçin
Hebreeuwsקצירה، גזירה، לִצְעֹוק
Arabischحش، قص، جز، جزُّ الأعشاب، حصد، يصرخ
Perzischچیدن، برداشتن، علف چیدن، هرس کردن، چریدن
Urduکٹائی، بھیڑوں کا میاں، چوٹی
...

Vertalingen

Synoniemen

1. mit der Sense, Sichel, mit einer Mähmaschine bis zum Ansatz dicht über dem Erdboden wegschneiden; schnittreifes Getreide, Gras, schnittreife Ölfrüchte oder dergleichen Wegschneiden entfernen; kürzen, abmähen, absicheln, sensen
a.≡ abmähen ≡ absicheln ≡ kürzen ≡ schneiden ≡ sensen ≡ sicheln
2. mäh schreien; blöken
≡ blöken

Synoniemen

Vervoeging

mäht · mähte · hat gemäht

Vervoeging
 

Opmerkingen



Inloggen

⁵ alleen in informeel taalgebruik

* De definities zijn deels afkomstig van Wiktionary (de.wiktionary.org) en kunnen achteraf zijn gewijzigd. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0) licentie: 18838, 18838, 18838

* De synoniemen zijn deels afkomstig van OpenThesaurus (openthesaurus.de) en kunnen achteraf zijn aangepast. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 4.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0) licentie: mähen