Gebruik van het Engelse werkwoord erwischen

Gebruik van het Duitse werkwoord erwischen (betrappen, pakken): met voorzetsels, indirect object, direct object, passieve informatie, gebruik en omgeving in het valentie-woordenboek.

B1 · werkwoord · haben · regelmatig · overgankelijk · onafscheidelijk · <ook: passief>

erwischen

Objecten

(acc.)

  • es erwischt
  • jemand/etwas erwischt
  • jemand/etwas erwischt etwas
  • jemand/etwas erwischt jemanden
  • jemand/etwas erwischt jemanden bei etwas
  • jemand/etwas erwischt jemanden bei/an etwas
  • jemand/etwas erwischt jemanden/etwas

Voorzetsels

(bei+D, an+D)

  • jemand/etwas erwischt bei etwas
  • jemand/etwas erwischt bei/an etwas
  • jemand/etwas erwischt jemanden bei etwas
  • jemand/etwas erwischt jemanden bei/an etwas

Passief

passief mogelijk


Samenvatting
a. werkwoord · haben · regelmatig · onafscheidelijk

jemanden, etwas in die Hände, in die Gewalt, zu fassen bekommen, festhalten

Actief

  • jemand/etwas erwischt

Passief

passief niet mogelijk

b. werkwoord · haben · regelmatig · onafscheidelijk

jemanden überraschend bei einer verbotenen, heimlichen Handlung antreffen; ertappen

Actief

  • jemand/etwas erwischt

Passief

passief niet mogelijk

c. werkwoord · haben · regelmatig · onafscheidelijk

jemanden, etwas (gerade noch rechtzeitig) erreichen

Actief

  • jemand/etwas erwischt

Passief

passief niet mogelijk

d. werkwoord · haben · regelmatig · onafscheidelijk

von einem meist einschneidenden, unvorhergesehenen oder prägendem Ereignis überrascht werden

Actief

  • es erwischt
  • jemand/etwas erwischt

Passief

passief niet mogelijk

z. werkwoord · haben · regelmatig · overgankelijk · onafscheidelijk · <ook: passief>

am Schlafittchen packen, haschen, ertappen (bei), gefangen nehmen, einsacken, zu greifen bekommen

(acc., bei+D, an+D)

Actief

  • es erwischt
  • jemand/etwas erwischt
  • jemand/etwas erwischt bei etwas
  • jemand/etwas erwischt bei/an etwas
  • jemand/etwas erwischt etwas
  • jemand/etwas erwischt jemanden
  • jemand/etwas erwischt jemanden bei etwas
  • jemand/etwas erwischt jemanden bei/an etwas
  • jemand/etwas erwischt jemanden/etwas

Processueel passief

  • (von jemandem/etwas) wird erwischt
  • bei etwas wird (von jemandem/etwas) erwischt
  • bei/an etwas wird (von jemandem/etwas) erwischt
  • etwas wird (von jemandem/etwas) erwischt
  • jemand wird (von jemandem/etwas) erwischt
  • jemand wird bei etwas (von jemandem/etwas) erwischt
  • jemand wird bei/an etwas (von jemandem/etwas) erwischt
  • jemand/etwas wird (von jemandem/etwas) erwischt

Statieve passief

  • (von jemandem/etwas) ist erwischt
  • bei etwas ist (von jemandem/etwas) erwischt
  • bei/an etwas ist (von jemandem/etwas) erwischt
  • etwas ist (von jemandem/etwas) erwischt
  • jemand ist (von jemandem/etwas) erwischt
  • jemand ist bei etwas (von jemandem/etwas) erwischt
  • jemand ist bei/an etwas (von jemandem/etwas) erwischt
  • jemand/etwas ist (von jemandem/etwas) erwischt

Vertalingen

Engels catch, seize, nab, surprise, capture, catch (at), catch flat-footed, catch out, ...
Russisch поймать, застать, ловить, застать врасплох, успеть, заставать, подловить, застигать, ...
Spaans atrapar, coger, pillar, sorprender, alcanzar, dar con, pescar
Frans attraper, surprendre, saisir, choper, cramer, griller, pincer, prendre, ...
Turks yakalamak, ele geçirmek, tutmak, basmak, rastlamak
Portugees pegar, surpreender, capturar, flagrar, pegar de surpresa, apanhar, aprender, pegar em flagrante
Italiaans catturare, prendere, riuscire a prendere, sorprendere, acciuffare, afferrare, beccare, cogliere, ...
Roemeens prinde, surprinde, captura, prins, surprins
Hongaars elkap, elcsíp, elfog, elér, elérni, megfog, meglep, rajta kap, ...
Pools złapać, przyłapać, uchwycić, dopaść, zaskoczyć
Grieks πιάνω, συλλαμβάνω, βρίσκω, προλαμβάνω, τσακώνω
Nederlands betrappen, pakken, vangen, verrassen, gevangennemen, grijpen, halen, het haasje worden, ...
Tsjechisch chytit, dostat, přistihnout, stihnout, zachytit, chopit se, chápat se, dopadnout, ...
Zweeds fånga, överraska, drabbas av, ertappa, få tag i, gripa, hinna med, hinnas, ...
Deens fange, gribe, overraske, fange nogen, få fat på, nappe
Japans 捕まえる, 間に合う, つかまえる, 捕まる, 見つける, 驚かされる
Catalaans agafar, sorpresa, atrapar, captar, capturar
Fins saada kiinni, ehtiä, napata, nappaaminen, pyydystää, tarttua, yllättää
Noors fange, overraske, ta, fakke, få fatt på
Baskisch aurkitu, atxilotu, aurkitzea, harrapatu, hartu, heldu, lortzea
Servisch uhvatiti, zateći, iznenaditi, zadržati
Macedonisch заплени, уловити, запленити, запрепастен, изненаден, улови
Sloveens ujeti, presenetiti, zadržati
Slowaaks chytiť, zachytiť, prekvapiť, prichyti, uloviť
Bosnisch uhvatiti, zateći, iznenaditi, zadržati
Kroatisch uhvatiti, zateći, zadržati
Oekraïens зловити, застати, піймати, спіймати, встигнути
Bulgaars залавям, хващам, засечен, изненадан
Wit-Russisch злавіць, знайсці, захапіць, злавіць нечакана
Hebreeuwsלתפוס، להשיג، להיתפס، לתפוס מישהו
Arabischالإمساك، القبض، أدرك، ضبط، مفاجأة، يمسك - يقبض، يصل
Perzischدستگیر کردن، گرفتن، رسیدن به، شگفت‌زده شدن، غافلگیر شدن، غافلگیر کردن، مچ کسی راگرفتن، گیر آوردن
Urduپکڑنا، دیکھ لینا، حیران ہونا، قید کرنا، پکڑا جانا

Vertalingen

Synoniemen

b.≡ ertappen
z.≡ abgreifen ≡ absahnen ≡ arripieren ≡ auffangen ≡ aufgreifen ≡ ausheben ≡ einheimsen ≡ einsacken ≡ einstreichen ≡ erbeuten, ...

Synoniemen

Vervoeging

erwischt · erwischte · hat erwischt

Vervoeging
 

Opmerkingen



Inloggen

⁵ alleen in informeel taalgebruik

* De synoniemen zijn deels afkomstig van OpenThesaurus (openthesaurus.de) en kunnen achteraf zijn aangepast. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 4.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0) licentie: erwischen

* De definities zijn deels afkomstig van Wiktionary (de.wiktionary.org) en kunnen achteraf zijn gewijzigd. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0) licentie: 59867, 59867, 59867, 59867