Gebruik van het Engelse werkwoord auffüllen

Gebruik van het Duitse werkwoord auffüllen (aanvullen, bijvullen): met voorzetsels, indirect object, direct object, passieve informatie, gebruik en omgeving in het valentie-woordenboek.

werkwoord · haben · regelmatig · overgankelijk · scheidbaar · <ook: reflexief · passief>

auf·füllen

Objecten

(sich+A, acc.)

  • jemand/etwas füllt auf
  • jemand/etwas füllt etwas auf
  • jemand/etwas füllt etwas mit etwas auf
  • jemand/etwas füllt jemanden/etwas auf
  • jemand/etwas füllt sich auf

Voorzetsels

(mit+D)

  • jemand/etwas füllt etwas mit etwas auf

Passief

passief mogelijk


Samenvatting
a. werkwoord · haben · regelmatig · scheidbaar

ein Behältnis mit einer bestimmten Substanz voll machen; vollmachen

Actief

  • jemand/etwas füllt auf

Passief

passief niet mogelijk

b. werkwoord · haben · regelmatig · scheidbaar

eine bestimmten Substanz in ein Behältnis geben, ohne dass es ganz voll wird; nachfüllen

Actief

  • jemand/etwas füllt auf

Passief

passief niet mogelijk

c. werkwoord · haben · regelmatig · scheidbaar

eine bestimmte Menge hinzufügen, damit ein gewünschter Stand wieder erreicht ist

Actief

  • jemand/etwas füllt auf

Passief

passief niet mogelijk

d. werkwoord · haben · regelmatig · scheidbaar

auf einen Teller, in eine Schüssel oder Ähnliches geben

Actief

  • jemand/etwas füllt auf

Passief

passief niet mogelijk

e. werkwoord · haben · regelmatig · scheidbaar

Flüssigkeit zu etwas geben

Actief

  • jemand/etwas füllt auf

Passief

passief niet mogelijk

f. werkwoord · haben · regelmatig · scheidbaar

eine Vertiefung ebnen, indem Erde oder Ähnliches aufgehäuft wird

Actief

  • jemand/etwas füllt auf

Passief

passief niet mogelijk

g. werkwoord · haben · regelmatig · scheidbaar · reflexief

[Wetter] an Kraft verlieren

sich+A

Actief

  • jemand/etwas füllt auf
  • jemand/etwas füllt sich auf

Passief

passief niet mogelijk

z. werkwoord · haben · regelmatig · overgankelijk · scheidbaar · <ook: reflexief · passief>

nachfüllen; ergänzen; nachfüllen, zuschütten, verschütten, verfüllen

(sich, acc., mit+D)

Actief

  • jemand/etwas füllt auf
  • jemand/etwas füllt etwas auf
  • jemand/etwas füllt etwas mit etwas auf
  • jemand/etwas füllt jemanden/etwas auf
  • jemand/etwas füllt sich auf

Statieve passief

  • (von jemandem/etwas) ist aufgefüllt
  • etwas ist (von jemandem/etwas) aufgefüllt
  • etwas ist mit etwas (von jemandem/etwas) aufgefüllt
  • jemand/etwas ist (von jemandem/etwas) aufgefüllt

Processueel passief

  • (von jemandem/etwas) wird aufgefüllt
  • etwas wird (von jemandem/etwas) aufgefüllt
  • etwas wird mit etwas (von jemandem/etwas) aufgefüllt
  • jemand/etwas wird (von jemandem/etwas) aufgefüllt

Vertalingen

Engels refill, fill, fill up, replenish, backfill, fill in, fill in/up, fulfil, ...
Russisch заполнить, заполнять, наполнить, доливать, восстановить, возместить, возобновлять, добавить, ...
Spaans rellenar, completar, reponer, cebar, echar, enterar, henchir, llenar, ...
Frans remplir, combler, compléter, remblayer, ajouter, approvisionner en, faire l'appoint, ouiller, ...
Turks doldurmak, tamamlamak, güç kaybetmek, üstünü doldurmak
Portugees encher, reabastecer, preencher, abastecer, completar, rechear
Italiaans riempire, completare, colmare, integrare, rabboccare, rinterrare
Roemeens umple
Hongaars feltölt, feltölteni, kimerül, tölteni, utántölt
Pools uzupełniać, napełniać, napełnić, uzupełnić, wypełniać, zapełniać, zapełnić
Grieks γεμίζω, συμπληρώνω, συμπλήρωση, αναγόμωση, αναπλήρωση, ξαναβάζω, πλήρωση
Nederlands aanvullen, bijvullen, opvullen, vullen, aanlengen, bijgieten, bijtanken, opdissen, ...
Tsjechisch naplnit, doplňovat, doplnit, vyplnit, plnit
Zweeds fylla på, påfyllning, fylla, tappa kraft, återfylla
Deens fylde op, genopfylde, supplere op, udfylde
Japans 満たす, 補充, 充填する, 埋める, 注ぐ, 満たさない, 盛る, 補充する
Catalaans omplir, reomplir, esgotar
Fins täyttää, lisätä, täydennys, uudistaa
Noors fylle, fylle på, etterfylle, fylle opp, tappe
Baskisch betetzea, betetze, betetzeko
Servisch napuniti, dopuniti, popuniti
Macedonisch дополнување, пополнување, наполнува, наполнување, полнување
Sloveens napolniti, doplniti, dopolniti, izgubiti moč, zapolniti
Slowaaks naplniť, doplniť, doplnit, vyplniť, vyčerpať
Bosnisch napuniti, dopuniti, popuniti
Kroatisch napuniti, dopuniti, dodati, popuniti
Oekraïens доливати, заповнити, заповнювати, наповнити, втрачати силу, долити
Bulgaars попълвам, допълвам, запълвам, изпразвам, изчерпвам, напълвам
Wit-Russisch запаўняць, запоўніць, аднаўляць, напоўніць
Hebreeuwsמילוי، למלא
Arabischملء، تعب، تعبئة، فقدان القوة
Perzischپر کردن، تکمیل کردن، تضعیف شدن
Urduبھرنا، پُر کرنا، بھرتی کرنا، بھرتے جانا، بھرتے ہیں، طاقت کھونا، پر کرنا، پوری کرنا، ...

Vertalingen

Synoniemen

a.≡ vollmachen
b.≡ nachfüllen
z.≡ nachfüllen ≡ verfüllen ≡ verschütten ≡ vollmachen ≡ vollschaufeln ≡ zumachen ≡ zuschaufeln ≡ zuschütten

Synoniemen

Vervoeging

füllt auf · füllte auf · hat aufgefüllt

Vervoeging
 

Opmerkingen



Inloggen

⁵ alleen in informeel taalgebruik

* De synoniemen zijn deels afkomstig van OpenThesaurus (openthesaurus.de) en kunnen achteraf zijn aangepast. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 4.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0) licentie: auffüllen

* De definities zijn deels afkomstig van Wiktionary (de.wiktionary.org) en kunnen achteraf zijn gewijzigd. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0) licentie: 1086062, 1086062, 1086062, 1086062, 1086062, 1086062, 1086062