Gebruik van het Engelse werkwoord aggregieren

Gebruik van het Duitse werkwoord aggregieren (aggregateren, ophopen): met voorzetsels, indirect object, direct object, passieve informatie, gebruik en omgeving in het valentie-woordenboek.

werkwoord · haben · regelmatig · overgankelijk · <ook: passief>

aggregieren

Objecten

(acc.)

  • jemand/etwas aggregiert
  • jemand/etwas aggregiert etwas
  • jemand/etwas aggregiert etwas/jemanden
  • jemand/etwas aggregiert jemanden
  • jemand/etwas aggregiert jemanden/etwas

Passief

passief mogelijk


Samenvatting
a. werkwoord · haben · regelmatig

[Wissenschaft] verdichten, ansammeln

Actief

  • jemand/etwas aggregiert

Passief

passief niet mogelijk

b. werkwoord · haben · regelmatig

zu einer Masse vereinigen, anhäufen; vereinigen, zusammenführen

Actief

  • jemand/etwas aggregiert

Passief

passief niet mogelijk

z. werkwoord · haben · regelmatig · overgankelijk · <ook: passief>

(acc.)

Actief

  • jemand/etwas aggregiert
  • jemand/etwas aggregiert etwas
  • jemand/etwas aggregiert etwas/jemanden
  • jemand/etwas aggregiert jemanden
  • jemand/etwas aggregiert jemanden/etwas

Processueel passief

  • (von jemandem/etwas) wird aggregiert
  • etwas wird (von jemandem/etwas) aggregiert
  • etwas/jemand wird (von jemandem/etwas) aggregiert
  • jemand wird (von jemandem/etwas) aggregiert
  • jemand/etwas wird (von jemandem/etwas) aggregiert

Statieve passief

  • (von jemandem/etwas) ist aggregiert
  • etwas ist (von jemandem/etwas) aggregiert
  • etwas/jemand ist (von jemandem/etwas) aggregiert
  • jemand ist (von jemandem/etwas) aggregiert
  • jemand/etwas ist (von jemandem/etwas) aggregiert

Vertalingen

Engels aggregate, accumulate, clump together
Russisch агрегировать, объединять, накапливать, объединить, прикомандировать, прикомандировывать, причислить, причислять, ...
Spaans acumular, agregar, agrupar
Frans agréger, accumuler, aggréger
Turks bir araya getirmek, kümelemek, yığmak
Portugees agregar, acumular
Italiaans aggregare, accumulare
Roemeens aduna, agrega
Hongaars halmoz, összegyűjt
Pools agregować, gromadzić, spajać
Grieks συγκεντρώνω, συσσωρεύω
Nederlands aggregateren, ophopen, samenvoegen
Tsjechisch hromadit, shromáždit
Zweeds aggregat, aggregera, samla, samla ihop
Deens aggregere, samle
Japans 集める, 集約する
Catalaans acumular, agrupar
Fins kasata, koota
Noors aggregere, samle
Baskisch agregatu, batu, erantsi, gehitu, metatu
Servisch agregirati, sabirati
Macedonisch агрегирање, собирање
Sloveens nabrati, združiti
Slowaaks agregovať, zhromaždiť
Bosnisch agregirati, okupljati
Kroatisch agregirati, nakupljati
Oekraïens агрегувати, об'єднувати
Bulgaars агрегиране, събиране
Wit-Russisch агрэгаваць, збіраць
Hebreeuwsלאגד، להצבור
Arabischتجميع، تكديس
Perzischانباشتن، تجمع کردن
Urduاکٹھا کرنا، جمع کرنا

Vertalingen

Synoniemen

Vervoeging

aggregiert · aggregierte · hat aggregiert

Vervoeging
 

Opmerkingen



Inloggen

⁵ alleen in informeel taalgebruik

* De definities zijn deels afkomstig van Wiktionary (de.wiktionary.org) en kunnen achteraf zijn gewijzigd. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0) licentie: 70715, 70715