Synoniemen van het Duitse werkwoord rennen

Synoniemen van het Duitse werkwoord rennen (rennen, hardlopen): breschen, dahinpreschen, düsen, eilen, fegen, fetzen, fitschen, fliegen, flitzen, galoppieren, hasten, hechten, hetzen, huschen, jagen, laufen, pesen,… met synoniemen, antoniemen, verwante termen en beschrijvingen in de thesaurus.

werkwoord
rennen
zelfstandig naamwoord
Rennen, das
B1 · werkwoord · onregelmatig · <ook: sein · haben · intransitief · overgankelijk · passief>

rennen

Synoniemen

a.≡ breschen ≡ eilen ≡ fegen ≡ flitzen ≡ hasten ≡ hetzen ≡ jagen ≡ laufen ≡ preschen ≡ rasen, ...
z.≡ dahinpreschen ≡ düsen ≡ eilen ≡ fegen ≡ fetzen ≡ fitschen ≡ fliegen ≡ flitzen ≡ galoppieren ≡ hasten, ...

Antoniemen (tegenovergesteld)

a.≡ bummeln ≡ schleichen ≡ trödeln, ...

Samenvatting
a. werkwoord · sein · onregelmatig · intransitief

sich schnell zu Fuß fortbewegen, schnell laufen; laufen, breschen, eilen, fegen, flitzen

Synoniemen

≡ breschen ≡ eilen ≡ fegen ≡ flitzen ≡ hasten ≡ hetzen ≡ jagen ≡ laufen ≡ preschen ≡ rasen ≡ sausen ≡ sprinten ≡ spurten ≡ stürmen ≡ stürzen ≡ wetzen

Antoniemen (tegenovergesteld)

≡ bummeln ≡ schleichen ≡ trödeln

Algemene termen

≡ fortbewegen

Subtermen

≡ wetzen ≡ wieseln ≡ abrennen ≡ anrennen ≡ berennen ≡ davonrennen ≡ durcheinanderrennen ≡ durchrennen ≡ einrennen ≡ entgegenrennen ≡ festrennen ≡ fortrennen ≡ heraufrennen ≡ herausrennen ≡ hereinrennen
b. werkwoord · sein · onregelmatig · overgankelijk
z. werkwoord · onregelmatig · <ook: sein · haben · intransitief · overgankelijk · passief>

heftig stoßen; laufen, eilen, spurten, rasen, stürmen

Synoniemen

≡ dahinpreschen ≡ düsen ≡ eilen ≡ fegen ≡ fetzen ≡ fitschen ≡ fliegen ≡ flitzen ≡ galoppieren ≡ hasten ≡ hechten ≡ hetzen ≡ huschen ≡ jagen ≡ laufen ≡ pesen ≡ pfeifen ≡ preschen ≡ rasen ≡ sausen ≡ schießen ≡ schnellen ≡ sprinten ≡ spurten ≡ stieben ≡ stürmen ≡ wetzen ≡ zischen

Algemene termen

≡ latschen ≡ gehen ≡ laufen

Subtermen

≡ hinterherlaufen ≡ nachrennen ≡ hinterherrennen ≡ nachlaufen

Vertalingen

Engels run, race, sprint, career, dash, pelt, run (against)
Russisch бежать, бегать, мчаться, мчатся, мчаться в гонках, набегать, нестись, побежать, ...
Spaans correr, andar rápido, hacer algo frecuentemente, carrerear, trotar
Frans courir, cavalcader, se précipiter
Turks koşmak, hızla yürümek, sıkça yapmak
Portugees correr, andar rápido, fazer algo frequentemente
Italiaans correre, conficcare in a, conficcare in di, frequentare, cacciare, ficcare
Roemeens alerga, fugi
Hongaars fut, futni, iramodik, rohan, szalad, szaladni, száguld
Pools biegać, biec, biegać szybko, biegnąć, lecieć, pobiec, pobiegnąć, polecieć, ...
Grieks τρέχω
Nederlands rennen, hardlopen, hollen, jagen, steken, stoten
Tsjechisch běhat, utíkat, běžet, pádit, uhánět
Zweeds springa, löpa, ränna, köra, stöta
Deens løbe, jage, køre, sprinte, støde
Japans 走る, 頻繁にする, 駆ける
Catalaans córrer, córrer ràpidament
Fins juosta, kirmata, kulkija
Noors løpe, springe
Baskisch korrika, maiz egin
Servisch trčanje, trčati, трчати
Macedonisch трча, често прави
Sloveens teči, bežati, hitro teči
Slowaaks behať, bežať, utekat, často robiť
Bosnisch trčanje, trčati
Kroatisch trčati, trčanje
Oekraïens бігти, часто робити, швидко йти
Bulgaars тичам, бягам
Wit-Russisch бегчы, хутка ісці
Indonesisch berlari, kerap melakukan, sering melakukan
Vietnamees chạy, hay làm, làm thường xuyên
Oezbeeks ko‘p bora qilish, tez-tez qilish, yugurmoq
Hindi अक्सर करना, दौड़ना, बार-बार करना
Chinees 常做, 经常做, 跑
Thais ทำบ่อย, ทำเป็นประจำ, วิ่ง
Koreaans 달리다, 빈번히 하다, 자주 하다
Azerbeidzjaans dəfələrlə etmək, qaçmaq, tez-tez etmək
Georgisch ირბენა, ხშირად ქნა
Bengaals ঘন ঘন করা, দৌড়ান, বারবার করা
Albanees bëj shpesh, vrapoj
Marathi अनेकदा करणे, दोडणे, वारंवार करणे
Nepalees दौड्न, धेरैजसो गर्नु, बारम्बार गर्नु
Telugu ఎక్కువ సార్లు చేయడం, తరచుగా చేయడం, పరుగెత్తు
Lets bieži darīt, nereti darīt, skriet
Tamil அடிக்கடி செய்தல், ஓடு, மீண்டும் மீண்டும் செய்தல்
Ests joosta, sageli tegema, tihti tegema
Armeens հաճախ անել, վազել
Koerdisch car car kirin, pir caran kirin, qewîtin
Hebreeuwsלרוץ
Arabischجري، ركض، يجري، يهرول
Perzischدویدن، باسرعت دویدن، تند رفتن
Urduدوڑنا، تیز چلنا
...

Vertalingen

Toepassingen

(dat., acc., um+A, in+A, gegen+A)

  • jemand/etwas rennt gegen etwas
  • jemand/etwas rennt jemandem etwas in etwas
  • jemand/etwas rennt um jemanden/etwas

passief mogelijk


Voorzetsels Toepassingen

Vervoeging

rennt · rannte (rennte) · ist gerannt

rennt · rannte (rennte) · hat gerannt

Vervoeging
 

Opmerkingen



Inloggen

⁵ alleen in informeel taalgebruik

* De definities zijn deels afkomstig van Wiktionary (de.wiktionary.org) en kunnen achteraf zijn gewijzigd. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0) licentie: 17667, 17667

* De synoniemen zijn deels afkomstig van OpenThesaurus (openthesaurus.de) en kunnen achteraf zijn aangepast. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 4.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0) licentie: rennen