Betekenis van het Duitse werkwoord zerhacken

Betekenis van het Duitse werkwoord zerhacken (hakken, verhakken): Essen; (mit einer Axt, einem Messer oder Ähnlichem) durch (wiederholtes) kraftvolles Schlagen ( Hacken) in einzelne kleinere Stücke teilen; entzweihac… met definities, beschrijvingen, uitleg, synoniemen en grammaticale informatie in het verklarend woordenboek.

C2 · werkwoord · haben · regelmatig · overgankelijk · onafscheidelijk · <ook: passief>

zerhacken

Betekenissen

a.[Kochen] (mit einer Axt, einem Messer oder Ähnlichem) durch (wiederholtes) kraftvolles Schlagen ( Hacken) in einzelne kleinere Stücke teilen, entzweihacken, zerschnetzeln, zerhauen, zerhäckseln, zerspalten

z.<ook: vert.> Nog geen betekenis gedefinieerd.

Samenvatting

Vertalingen Gebruiken Synoniemen Vervoeging

a. werkwoord · haben · regelmatig · overgankelijk · onafscheidelijk · <ook: passief>

Beschrijvingen

(mit einer Axt, einem Messer oder Ähnlichem) durch (wiederholtes) kraftvolles Schlagen ( Hacken) in einzelne kleinere Stücke teilen

Synoniemen

≡ entzweihacken ≡ hacken ≡ häckseln ≡ schnetzeln ≡ zerhauen ≡ zerhäckseln ≡ zerkleinern ≡ zerschnetzeln ≡ zerspalten ≡ zerstückeln

Samenvatting Vertalingen Gebruiken Synoniemen Vervoeging

z. werkwoord · haben · regelmatig · onafscheidelijk · <ook: overgankelijk · passief>

Nog geen betekenis gedefinieerd.

Samenvatting Vertalingen Gebruiken Synoniemen Vervoeging

Vertalingen

chop, cut up, hack, chop up, hack up, hash, mince, scramble

изрубать, изрубить, исклевать, исклёвывать, иссекать, иссечь, перерубать, перерубить, ...

trocear, cortar, cortar en trozos, despedazar, hacer pedazos, partir, picar, picado

couper, hacher h aspiré, hacher

doğramak, kesmek, parçalamak

cortar, talhar, picotar

tagliare, spaccare, tagliuzzare, tritare

ciopârți, tăia

vagdos, darabol, felaprít

porąbać, przerąbać, rąbać, pokroić, posiekać

κομματιάζω, ψιλοκόβω

hakken, verhakken

rozsekat, sekat

hacka sönder, hacka, klyva

hakke

刻む, 細かくする

tallar, fer trossos, partir, trossejar

hakata, paloiksi

hakk, hakke

txikitu, zatikatu

iseckati, seckati

сечи, сечкање

razsekati, sekljati

rozsekať, sekať

hackati, sjeći

sjeckati, usitniti

рубати, колоти

разчупване, сечене

падзяліць, раздробліваць

קצוץ، קציצה

فرم، قطع، تقطيع

تکه تکه کردن، خرد کردن

کاٹنا، ٹکڑے کرنا

Vertalingen

Synoniemen

a.≡ entzweihacken ≡ hacken ≡ häckseln ≡ schnetzeln ≡ zerhauen ≡ zerhäckseln ≡ zerkleinern ≡ zerschnetzeln ≡ zerspalten ≡ zerstückeln

Synoniemen

Toepassingen

(acc.)

passief mogelijk

Voorzetsels Toepassingen

Vervoeging

zerhackt · zerhackte · hat zerhackt

Tegenwoordige tijd

zerhack(e)⁵

zerhackst

zerhackt

Verleden tijd

zerhackte

zerhacktest

zerhackte

Vervoeging