Betekenis van het Duitse werkwoord kleben
Betekenis van het Duitse werkwoord kleben (kleven, plakken): Freizeit; zwei Gegenstände mit einem Hilfsstoff (Klebstoff) zum dauernden Aneinanderhaften bringen; dauernd an etwas haften; pappen; haften; kleistern… met definities, beschrijvingen, uitleg, synoniemen en grammaticale informatie in het verklarend woordenboek.
A1 ·
werkwoord · haben · regelmatig · <ook: overgankelijk · intransitief>
Samenvatting
kleben
Betekenissen
- a.<vert.> zwei Gegenstände mit einem Hilfsstoff (Klebstoff) zum dauernden Aneinanderhaften bringen, pappen
- b.<intr.> dauernd an etwas haften, pappen, haften
- z.[Sport] festhaften, Klebkraft haben, haften, kleistern, pappen, leimen
Samenvatting
Beschrijvingen
- zwei Gegenstände mit einem Hilfsstoff (Klebstoff) zum dauernden Aneinanderhaften bringen
Synoniemen
≡ pappenBeschrijvingen
-
Sport:
- festhaften
- Klebkraft haben
- klebrig sein
Synoniemen
≡ haften ≡ kitten ≡ klatschen ≡ kleistern ≡ leimen ≡ pappenVertalingen
stick, adhere, bond, glue, paste, adhere (to), be sticky, be stuck (to), ...
клеить, клеиться, прилипать, склеивать, приклеиваться, склеить, вклеивать, вклеить, ...
pegar, estar pegado, adherir a, encolar, estar pringoso, pegar en, pringar, ser pegajoso, ...
coller, adhérer à, recoller
yapıştırmak, yapışmak
colar, aderir, estar preso, pegar
incollare, attaccare, aderire, aderire a, applicare, attaccarsi, essere appiccicosa, essere appiccicoso
lipi, adera, aderare
ragad, ragaszt, tapaszt, ragasztani, tapad, tapadni
przyklejać, kleić, przykleić, być lepkim, być przyklejonym do, kleić się, lgnąć do, przylepiać do
κολλώ
kleven, plakken, blijven plakken, gehecht zijn, lijmen, rentezegels plakken, vastzitten, aan elkaar plakken
lepit, lepit se, lpět, nalepit, slepit, slepit se, ulpět, přilepit
fästa, klibba, klistra, fastna, klistra fast, limma, sitta fast, vara klibbig
klæbe, klistre
貼る, くっつく, くっ付ける, 付ける, 引っ付く, 張り付く, くっつける
enganxar, encastar, adherir, fixar
liimata, liimautua, tarttua, liimaantua
klistre, henge ved, klebe, hefte, lime
itsatsi, lotu
лепити, lepljati, lepljenje, priključivanje, prikovati
лепи, залепувам, лепам
lepiti, lepit, prilepiti, prilepiti se
lepiť, prilepiť, lep, prilepenie
lijepiti, prijanjati, priključiti
lijepiti, ljepiti, prijanjati, priključiti
клеїти, склеювати, липнути, прилипати
залепвам, лепя, прикрепям
клеіць, ліпнуць, прымацца
דבק، להידבק
ألصق، صمغ، لزق، لصق، يلتصق
چسباندن، چسبیدن
چپکنا، چپکانا، لگنا
Vertalingen
Synoniemen
Toepassingen
(acc., dat., auf+A, vor+D, an+D, an+A, auf+D, in+A)
-
etwas klebt
anjemandem/etwas -
etwas klebt
voretwas -
jemand klebt
anetwas -
jemand/etwas klebt
anetwas -
jemand/etwas klebt
anjemandem
...
-
etwas klebt
irgendwie -
etwas klebt
irgendwo -
jemand klebt
etwas irgendwohin -
jemand klebt
irgendwo
passief niet mogelijk
Voorzetsels Toepassingen
Vervoeging
klebt·
klebte· hat
geklebt
Tegenwoordige tijd
kleb(e)⁵ |
klebst |
klebt |
Verleden tijd
klebte |
klebtest |
klebte |
Vervoeging