Betekenis van het Duitse werkwoord austüfteln
Betekenis van het Duitse werkwoord austüfteln (uitdenken, uitknobbelen): gründlich überlegen und ausarbeiten; ausknobeln; (sich) ausdenken; (sich) einfallen lassen; ausbrüten; ersinnen met definities, beschrijvingen, uitleg, synoniemen en grammaticale informatie in het verklarend woordenboek.
werkwoord · haben · regelmatig · overgankelijk · scheidbaar · <ook: reflexief · passief>
Samenvatting
aus·tüfteln
Betekenissen
- a.gründlich überlegen und ausarbeiten, ausknobeln, (sich) ausdenken, (sich) einfallen lassen, ausbrüten, ersinnen
- z.<ook: vert.> Nog geen betekenis gedefinieerd.
Samenvatting
Beschrijvingen
- gründlich überlegen und ausarbeiten
- (sich) ausdenken, (sich) einfallen lassen, Ideen entwickeln (zu)
Synoniemen
≡ ausbrüten ≡ ausklamüsern ≡ ausklügeln ≡ ausknobeln ≡ erdenken ≡ ersinnenNog geen betekenis gedefinieerd.
Vertalingen
work out, puzzle out, devise, figure out
выдумывать, выдумать, измыслить, измышлять, сочинить, сочинять, разрабатывать
idear, inventar, sutilizar, desarrollar, elaborar, refinar
bricoler, combiner, inventer, mijoter, affiner, développer, élaborer
geliştirmek, detaylıca düşünmek, çalışmak
bolar, criar, excogitar, inventar, desenvolver, elaborar, refinar
elucubrare, elaborare, studiare, sviluppare
elabora, studia
kitalál, átgondol
wykombinować, opracować, przemyśleć
σκαρφίζομαι, σοφίζομαι, αναλύω, εξετάζω
uitdenken, uitknobbelen, uitwerken
vymyslet, důkladně promyslet
fundera, utarbeta
udspekulere, udarbejde, udtænke
練り直す, 考案する
elaborar, reflexionar
kehittää, syvällisesti pohtia
tenke grundig, utarbeide, utvikle
aztertu, landu
razraditi, temeljno razmisliti
развивање, разработка
izdelati, temeljito razmisliti
premyslieť, vymyslieť
razraditi, temeljito razmisliti
promisliti, razraditi
вивчати, опрацьовувати
обмислям, разработвам
вывучыць, разабрацца
לחשוב לעומק، לפתח
تطوير، تفصيل
بررسی دقیق، دقت نظر
تفصیل سے سوچنا، گہرائی سے کام کرنا
Vertalingen
Synoniemen
Toepassingen
Vervoeging
tüftelt
aus·
tüftelte
aus· hat
ausgetüftelt
Tegenwoordige tijd
tüft(e)⁴l(e)⁵ | aus |
tüftelst | aus |
tüftelt | aus |
Verleden tijd
tüftelte | aus |
tüfteltest | aus |
tüftelte | aus |
Vervoeging