Definitie van het zelfstandig naamwoord Halbjahr

Definitie van het zelfstandig naamwoord Halbjahr (half jaar, halfjaar): die Hälfte eines Jahres; Jahreshälfte met betekenissen, synoniemen, grammaticale informatie, vertalingen en verbuigingstabellen.

B1 · zelfstandig naamwoord · neutraal · regelmatig · -s, -e
Halbjahr, das

Halbjahr(e)s · Halbjahre

Engels half year, half-year, half a year, semester, term

/ˈhalpˌjaːʁ/ · /ˈhalpˌjaːʁəs/ · /ˈhalpˌjaːʁə/

die Hälfte eines Jahres; Jahreshälfte

» Anfangs schien das Halbjahr lang und ging doch ganz schnell zu Ende. Engels At first, the semester seemed long, but it ended very quickly.

Betekenissen

a.die Hälfte eines Jahres, Jahreshälfte
z.Nog geen betekenis gedefinieerd.

Verbuiging Betekenissen

Synoniemen

Voorbeeldzinnen

  • Anfangs schien das Halbjahr lang und ging doch ganz schnell zu Ende. 
    Engels At first, the semester seemed long, but it ended very quickly.
  • Mode ist so unerträglich hässlich, dass wir sie alle Halbjahre ändern müssen. 
    Engels Fashion is so unbearably ugly that we have to change it every six months.
  • Dieses Halbjahr war sehr erfolgreich. 
    Engels This semester was very successful.
  • Im zweiten Halbjahr verschlechterten sich die Umsätze erheblich. 
    Engels In the second half of the year, sales deteriorated significantly.
  • Deine Noten waren dieses Halbjahr ziemlich unterdurchschnittlich. 
    Engels Your marks were well below average this term.
  • Im letzten Halbjahr hatten wir im Unterricht den Zweiten Weltkrieg als Thema. 
    Engels In the last semester, we had the Second World War as a topic in class.

Voorbeeldzinnen

Vertalingen

Engels half year, half-year, half a year, semester, term
Russisch полугодие, полго́да, полуго́дие, семе́стр, Семестр, полгода
Spaans semestre
Frans semestre
Turks altı ay, yarı yıl, yarıyıl
Portugees semestre
Italiaans semestre
Roemeens semestru
Hongaars félév
Pools półrocze, semestr
Grieks εξάμηνο
Nederlands half jaar, halfjaar, semester
Tsjechisch pololetí, půlrok
Zweeds halvår
Deens halvår, semester
Japans ハーフイヤー, 半年
Catalaans mig any
Fins puolivuosi
Noors halvår
Baskisch seihileko
Servisch polugodište
Macedonisch полугодие
Sloveens polletje leta
Slowaaks polrok
Bosnisch polugodište
Kroatisch polugodište
Oekraïens півріччя, півроку
Bulgaars полугодие
Wit-Russisch паўгоддзе
Indonesisch setengah tahun
Vietnamees nửa năm
Oezbeeks yarim yil
Hindi छह महीने
Chinees 半年
Thais ครึ่งปี
Koreaans 반년
Azerbeidzjaans yarım il
Georgisch ნახევარი წელი
Bengaals ছয় মাস
Albanees gjysmë viti
Marathi सहा महिने
Nepalees आधा वर्ष
Telugu ఆరు నెలలు
Lets gada puse
Tamil அரை வருடம்
Ests poolaasta
Armeens կիսամյակ
Koerdisch şeş meh
Hebreeuwsחצי שנה
Arabischنصف سنة، نصف عام
Perzischنیمسال
Urduنصف سال
...

Vertalingen

Verbuiging

Halbjahr(e)s · Halbjahre

Verbuiging
 

Opmerkingen



Inloggen

⁶ alleen in verheven taalgebruik

* De definities zijn deels afkomstig van Wiktionary (de.wiktionary.org) en kunnen achteraf zijn gewijzigd. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0) licentie: 136926