Definitie van het bijvoeglijk naamwoord logisch
Definitie van het Duitse bijvoeglijk naamwoord logisch (logisch, zelfsprekend): zur Wissenschaft der Logik gehörend, diese betreffend; folgerichtig, den Regeln der Logik gemäß; schlüssig; konsequent; vernünftig; unvermeidbar met definities, beschrijvingen, uitleg, synoniemen en grammaticale informatie in het woordenboek.
logisch
logisch
·
logischer
·
am logischsten
logical, self-evident, reasoned
zur Wissenschaft der Logik gehörend, diese betreffend; folgerichtig, den Regeln der Logik gemäß; schlüssig, konsequent, vernünftig, unvermeidbar
» Tom denkt logisch
. Tom is logical.
Betekenissen
- a.zur Wissenschaft der Logik gehörend, diese betreffend
- b.folgerichtig, den Regeln der Logik gemäß, schlüssig, vernünftig, widerspruchsfrei
- c.sich ganz von selbst, wie selbstverständlich ergebend, konsequent, unvermeidbar
Verbuiging en vergelijking Betekenissen
Synoniemen
Voorbeeldzinnen
- Tom denkt
logisch
.
Tom is logical.
- Das ist nicht
logisch
.
It's not logical.
- Das wäre
logisch
.
That would be logical.
- Seine Antwort war
logisch
.
His answer was logical.
- Es scheint
logisch
zu sein.
It seems to be logical.
- Es muss eine
logische
Erklärung geben.
There must be a logical explanation.
- Es muss eine
logische
Erklärung dafür geben.
There must be a logical explanation for this.
- Du hast eine sehr
logische
Art zu denken.
You have a very logical way of thinking.
- Sein Standpunkt ist recht
logisch
.
His view is quite logical.
- Das Argument ist ganz
logisch
, aber es beruht auf einer falschen Voraussetzung.
The argument is very logical, but it is based on a flawed premise.
Voorbeeldzinnen
Vertalingen
- logical, reasonable, self-evident, logic, reasoned
логичный, логический, логически, разумный
lógico
logique, évident
mantıklı, mantıksal, anlamlı
lógico
logico
logic, evident, firesc, rațional
logikus, logikai, érthető
logiczny, oczywisty
λογικός
logisch, zelfsprekend
logický, samozřejmý
logisk, självklart
logisk, selvfølgeligt
論理的, 自明な
lògic
looginen, ilmeinen, itsenäinen
logisk, selvfølgelig
logikoa
логичан, логички, logičan, razuman, razumljiv
логичeн, логички, логичен
logičen, samoumeven
logický, samozrejmý
logičan, razumljiv
logičan, razuman, razumljiv
логічний
логичен
лагічны
לוגי
منطقي
منطقی
منطقی
Vertalingen
Verbuiging en vergelijking
logisch·
logischer· am
logischsten
Mannelijk
logischer |
logischen |
logischem |
logischen |
Vrouwelijk
logische |
logischer |
logischer |
logische |
logisch·
logischer· am
logischsten
Mannelijk
logischerer |
logischeren |
logischerem |
logischeren |
Vrouwelijk
logischere |
logischerer |
logischerer |
logischere |
logisch·
logischer· am
logischsten
Mannelijk
logischster |
logischsten |
logischstem |
logischsten |
Vrouwelijk
logischste |
logischster |
logischster |
logischste |
Verbuiging en vergelijking