Definitie van het werkwoord summieren

Definitie van het werkwoord summieren (optellen, concluderen): eine Summe bilden; addieren; zusammenzählen; anwachsen; aufaddieren; (Geld) zusammenkommen met betekenissen, synoniemen, voorzetsels, objecten met naamval, grammaticale informatie, vertalingen en vervoegingstabellen.

C2 · werkwoord · haben · regelmatig · <ook: overgankelijk · reflexief · passief>
summieren

summiert · summierte · hat summiert

Engels add up, total, sum, totalize, accumulate, sum up, summarise, summarize, summate, tally up, tot up, totalise

/ˈzʊmiːʁən/ · /ˈzʊmiːʁt/ · /ˈzʊmiːʁtə/ · /ˈzʊmiːʁt/

eine Summe bilden; addieren, zusammenzählen, anwachsen, aufaddieren, (Geld) zusammenkommen

(sich+A, acc.)

» Auch kleine Beträge summieren sich. Engels Even small amounts add up.

Betekenissen

a.eine Summe bilden, addieren
b.zusammenzählen
c.anwachsen
z.aufaddieren, (Geld) zusammenkommen, addieren, (sich) ansammeln, aufsummieren, (sich) läppern

Vervoeging Betekenissen

Toepassingen

(sich+A, acc.)

passief mogelijk


Voorzetsels Toepassingen

Synoniemen

Voorbeeldzinnen

  • Auch kleine Beträge summieren sich. 
    Engels Even small amounts add up.
  • All diese Worte aus der Bergpredigt summieren sich zu der radikalsten sozialpolitischen Lehre, die jemals verkündet wurde. 
    Engels All these words from the Sermon on the Mount add up to the most radical socio-political doctrine ever proclaimed.

Voorbeeldzinnen

Vertalingen

Engels add up, total, sum, totalize, accumulate, sum up, summarise, summarize, ...
Russisch суммировать, подсчитывать, подытоживать, подытожить, складывать, суммироваться
Spaans sumar, acumularse, compendiar, suma, sumarse
Frans sommer, addition, additionner, s'additionner, somme, totaliser
Turks toplamak, bir araya getirmek, birikmek
Portugees somar, aumentar, soma
Italiaans sommare, accumularsi, addizionare, ammontare, sommarsi
Roemeens aduna
Hongaars összegez
Pools sumować, dodawać, dodać, narastać, narosnąć, podsumować, suma
Grieks αθροίζω, συγκεντρώνω, συσσωρεύομαι
Nederlands optellen, concluderen, oplopen, samenvatten, sommen, stijgen, summeren, zich vermeerderen
Tsjechisch sčítat, hromadit se, nahromadit se, sečíst
Zweeds summera, addera
Deens løbe op, summere
Japans 合計, 合計する
Catalaans sumar
Fins laskea yhteen, yhteenveto
Noors summere
Baskisch batuketa, gehitu
Servisch sabirati, zbirati, сабирати
Macedonisch собира, собирање
Sloveens seštevanje, seštevati, vsota
Slowaaks sčítať, zrátať
Bosnisch sabirati, zbrajati
Kroatisch sabirati, zbrojiti
Oekraïens підсумовувати, скласти, сумувати
Bulgaars сумирам, събирам
Wit-Russisch скласці, скласці суму
Indonesisch menjumlahkan
Vietnamees tính tổng
Oezbeeks qo'shish
Hindi जोड़ना
Chinees 求和
Thais รวม
Koreaans 합산하다
Azerbeidzjaans toplamaq
Georgisch დაამატება
Bengaals যোগ করা
Albanees shtoj
Marathi जोडणे
Telugu చేర్చడం
Lets saskaitīt
Tamil கூட்டுதல்
Ests liita
Armeens հաշվել
Koerdisch zêde kirin
Hebreeuwsלסכם
Arabischتجمع، جمع
Perzischجمع کردن، مجموعه ساختن
Urduجمع کرنا
...

Vertalingen

Vervoeging

summiert · summierte · hat summiert

Vervoeging
 

Opmerkingen



Inloggen

⁵ alleen in informeel taalgebruik

* De definities zijn deels afkomstig van Wiktionary (de.wiktionary.org) en kunnen achteraf zijn gewijzigd. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0) licentie: 88060, 88060, 88060

* De synoniemen zijn deels afkomstig van OpenThesaurus (openthesaurus.de) en kunnen achteraf zijn aangepast. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 4.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0) licentie: summieren